- 13 - een voortdurende strijd woedt tussen de "bewoners der kolonie. Alhoewel de nesten vrij ver uit elkaar liggen.zijn grensincidenten een voortdu rende bron van ergernis. Het aannemen van de dreighouding - de hals schuin omhoog, de snavel omlaag en de veren aangedrukt - brengt meest al uitkomst. Deze dreighouding gaat soms gepaard met het eerder ge noemde "strootje werpen". Is deze dreighouding niet voldoende, dan zullen vleugels en snavel een handje moeten helpen. Bevindt de meeuw zich dicht aan de rand van zijn territorium, dan is de mogelijkheid aan wezig dat hij alleen de dreighouding vertoont zonder, bij negatief re sultaat, in de aanval te gaan. Dit mozaïek-gedrag, waarbij de angst de agressie onderdrukt, is regelmatig waar te nemen. Wanneer de schuiltent verlaten wordt, gaan alle meeuwen weerde lucht in, om stootduikend de indringers te kunnen verjagen. Dat het niet alleen bij dreigen kan blijven ondervonden afgelopen broedseizoen diverse bezoekers, waarbij een meeuw het hoofd raakte. De "schade" va rieerde van enkele schrammetjes tot een bebloede hoofdhuid met een vrij grote bult. Zodra we de duintop overwaren keerde de rust in de kolonie weer. - VOEDSEL- en VOGELRIJKDOM (i) Het eiland bezit een heel klein binnendijks gelegen gebied met zilt water, waar vele vogels vertoefd hebben. Het water is er zeer ondiep en er steken een paar smalle stukjes land bovenuit,die ge deeltelijk onbegroeid zijn. Op een mooie dag,vroeg in het voorjaar verraste ik er de wulp, die met zijn lange poten in het water rondstapte en steeds zijn kop met de lange kromme snavel in het water stak om voedsel te bemachti gen. Telkens als zijn kop in het water ging, waarbij zelfs de ogen onder water verdwenen kon deze overigens waakzame vogel niet op mogelijke geva ren letten en daar hij in het water stond kon de vogel ook niet gemakkelijk opvliegen. Ik kon hem dus een tijdje volgen, terwijl hij voortwaadde door het water. Ondertussen waren door mijn komst in de auto een aantal bergeenden vanaf een stukje strand het water ingegaan. Ze stoomden als het ware als mooi gekleurde schepen naar veili ger water. Wat verderop stond een paartje scholeksters, dat blijkbaar van plan was daar een nest te gaan maken. Het was wel riskant want de mensen konden er daar gemakkelijk bij. Een achttal kluten zocht in het water naar voedsel. Duidelijk was al te

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1970 | | pagina 15