- 14 - zien dat ze gepaard waren. Af en toe liepen de paartjes naar elkaar toe en begonnen dan geducht lawaai te maken. Hun kop laag over het water ge strekt en met afhangende vleugels riepen ze elkaar hun klu-klu-klu toe, dat over het water daverde in het tot dan toe stille gebied. Opeens wat snelle bewegingen met de vleugels en de paren gingen weer uit elkaar De bergeenden waren ondertussen weer naderbij gekomen en grondelden wat. Ha enige tijd gingen er een paar naar het strandje om zich eerst in het zennetje te poetsen en dan een heerlijk slaapje te doen. Toch begon ook in hen het voorjaar te ontwaken en zouden ze weldra aan een nest gaan werken. De volgende keer dat ik "mijn plekje" bezocht trof ik de kluten, de wulp en de bergeenden er weer aan. Op het eerste gezicht geen reden om er lang te blijven kijken. Het loont echter altijd want het is uiterst moeilijk om alles ineens te kunnen zien. Ha ongeveer een half uur kwam er plotseling een"nieuwe" vogel aan gevlogen. Het bleek een zilverplevier te zijn, waarvan het zwart op de borst nog niet zo mooi was als in de zomer. Op zijn weg naar de toendra's kwam hij hier rusten en fourageren. Mijn aanwezigheid in de auto maakte hem waakzaam; hij bleef namelijk een tijdje op één poot staan. Hierna be gon hij toch te eten. Daartoe liep hij naar het ondiepe water,keek nauwkeu rig met schuine kop, pikte bliksemsnel met de snavel in het slik en haalde een flinke zeepier of zee-duizendpoot uit het water. Er volgde een slikkende beweging en de buit was binnen. Daarop volgden een paar stappen en weer een hap. De buit was nu echter zo groot, dat de plevier moeite had hem uit de bodem te trekken. Langzaam zonder rukken, die de prooi zouden kunnen breken, gelukte het hem. Zo rondstappend kreeg de plevier in korte tijd heel wat binnen. Na een goede maaltijd ging hij met de borst in het water liggen. De wind zorgde voor aardige golfjes om de vogel. Toen er iemand langs kwam lopen ging de plevier op de wieken om na een poosje toch weer terug te keren. Ondertussen vroegen een paar andere vogels, die verschenen waren, mijn aandacht. Als eerste kwam er een rosse grutto aan. Haar kop met de gevoelige snavel diepin het water stekend,liep ze haar voedsel te zoe - ken. Gewoonlijk zien we de rosse grutto's in groepen bij elkaar. Helaas kon ik haar niet vragen waarom ze zo alleen was. Jammer genoeg, want het was een vrouwelijk exemplaar, dat de mooie rosse kleur mist. De andere aandachtvragende vogel was een zwarte ruiter, die hier misschien wel zou overzomeren en niet de lange weg naar het hoge noor den zou afleggen. Ook hij pikte ijverig in de bodem naar voedsel.Wat ros se grutto en zwarte ruiter naar binnen werkten was niet te zien, want voordat hun koppen weer boven water waren, was de prooi al naar binnen gewerkt. Af en toe zag ik de zwarte ruiter in vrat dieper water noodge dwongen een paar slagen zwemmen om daarna weer snel te gaan lopen. Even kwam ook de bekende kievit mij met een bezoek vereren.De gro te voedselrijkdom was ook aan hem bekend. Deze vogel was echter bijzon der waakzaam en na korte tijd verdween hij weer naar zijns inziens veili ger oorden. TT Tr W.Karper. - WIJZIGINGEN VOGELLüST Zij die in het bezit zijn van een lijst van broedvogelstrekkers en dwaal gasten op Schouwen-Duiveland kunnen deze als volgt wijzigen: Anas querquedula - Zomertaling W in B (Broedgeval in 1969) Carduelis flammea - Barmsijs W in B (Broedgeval in 1970) Certhia brachydactyla - Boomkruiper:W in B (Broedgevallen 1968/1970) Motacilla alba Yarzellü - Houwkwikstaart W in B (Broedgeval 1970)

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1970 | | pagina 16