- 4 - VOEDSEL- en VOGELRIJKDOM (li) Het volgende bezoek was in mei. De wulp was nu verdwenen, maar de kluten, hoewel -geringer in aantal, waren er nog. Na enig kijken ontdekte ik twee paartjes met ieder een eigen territorium. Wanneer er een andere vogel in het territorium kwam, werd hij er door een luid roepende en met vooruitgestoken snavel lopende kluut uitgejaagd. Dit had groot succes. De zwarte ruiter had al geleerd dat hij zich maar heel stil moest houden aan de randen van de territoria. Af en toe traden de kluten toch nog te gen hem op. Erger was het voor de tureluurs, die op het strandje neer daalden. Ze begonnen hun veren te fatsoeneren, maar voor ze er mee klaar waren kwam er een kluut woedend aanlopen. Het laatste stukje tot de tu reluurs werd vliegend afgelegd. Ook de vleugels werden gebruikt om mee te helpen de indringers te verwijderen. De tureluurs ruimden schreeuwend het veld om elders hun heil te zoeken. Bontbekpleviertjes en strandpleviertjes, die hier heel rustig hun voedsel kwamen zoeken, werden ook belaagd. Deze beestjes kunnen echter heel goed rennen en daarbij van richting veranderen. Het gevolg was dat de kluten, die woedend kwamen aanlopen het in snelheid verloren en even ...een adempauze inlasten voor de vol gende aanval. Ten slotte verdwenen de pleviertjes maar. Zelfs kapmeeuwen vonden het maar beter een stukje verderop te gaan, waar ze niet lastig gévallen wer den De kluten hadden echter geen rust, want telkens verschenen er weer andere vogels. Voor de bergeenden hadden de klu ten zo'n ontzag, dat ze die niet attaqueerden. De bergeenden zelf, waren zeer verdraagzaam en stoor den zich niet aan de klut en die nog wel schreeuwden. Af en toe gingen de kluten tussen de gevechten door met heen en weer zwiepende snavel wat voedsel uit het water halen. Daarop kreeg een scholekster een beurt, die op zijn eigen territori um stond. De scholekster trok zich van de aanstormende kluut eerst niets aan. Toen de kluut echter snavel- en vleugelgemeen werd, pikte hij de kluut gevoelig met zijn dikke snavel. Veren van de kluut stoven in het rond en het beest was blij toen het weer naar eigen gebied kon vluchten. Verder heb ik hem de scholeksters met rust zien laten. Ondertussen zag ik een paartje van een eendesoort, dat wat kleur betreft op de bergeend lijkt, namelijk de slobeend, voorbij zwemmen. Terwijl ik dit zo meemaakte hoorde ik in het riet er vlak bij de kleine karekiet. Als een akrobaat klauterde ze in het riet, waar ze hun nest maakten en voedsel zochten. Van de zangvogels merkte ik verder nog kneutjes, gele kwikstaarten en veldleeuweriken op, die er wat fourageerden. De tijd was de volgende keer weer verder voortgeschreden. De kluten waakten nu over drie jongen en waren daardoor onverdraagzamer dan tevo ren. Ze tyranniseerden nu werkelijk alles. Ook de dwergsterns, waarvan het vrouwtje zich door het mannetje visjes liet brengen. Op een paar meter hoogte boven het water vliegend liet het mannetje dwergstern zich.vallen en met een plons verdween het voor het grootste

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1970 | | pagina 6