matig gocdo dalen behoren tot oen Lolio—Cynosuret/\ gezel schap (met vooral Engels raaigras en Kamgras. samen met Ti- motheegras, Euw beemdgras, Witte klaver e.d.) De lagere de len hebben vaak wateroverlast in de winter en behoren eer der tot minderwaardige associaties zoals het Ranunculo-Ak>- pccurotum (met vnl. Kruipende boterbloem en Geknikte vosso- staart, waarbij ook veel Mannagras voorkomt.) Deze graslanden, doorsneden door de Danso vaart, zijn voor het grootste deel eigendom van de landbouwers zelf. Sedert 1966/67toen er kortstondig bijna 10.000 ganzen zijn geweest, begonnen deze mensen zich steeds meer ongerust te maken over de schade die deze vogels, naar hun mening, mas saal aanrichtten.Een groot deel van ons onderzoek was daar om sedert 1966/'67 op dit aspekt van de ganzeovcrwintcring gericht Vooreerst stolden wij vast dat de bcgrazingsdruk (aan tal ganzen per ha. per dag), ovenals do eventuele schade, niet direkt kan en mag worden afgeleid uit de piek-aantal len. Hot WIIITERGEMIDDELDE en de VERBLIJFSDUUR wogen voel sterker doors wc zien immers regelmatig dat een hoog wintergcmiddeldo niet per se met een hoog wintermaxi- num samengaat. Verder kwamen wc via verschillende methodes tot de lccnklu- sic dat echte beschadiging van grasland door ganzonbegra- zing niet voorkont, ook niet op de meest bezochte centrale percelen. Wel kan in hot meest rustige middengebied (ca,. 45 ha) de grasopbrongst in hot voorjaar enkele dagen achter stand oplopen. In dat geval moet het vee eventueel onlcolo dagen langer binnen gehouden worden. Dat is echter een typisch Belgisch probleem, gezien daar het rundvee reeds in begin april wordt buitengozet. Daar door richten de landbouwers zelf vaak enorme schade aans hot gras heeft immers nog geen leans gehad voldoende reser ves aan te leggen, en de nog vochtige percelen worden door hot vee volledig stukgetrapt. Wc stelden tenslotte neg vast, aan de hand van temperatuur - sommen vanaf januari, dat de wegtrek van de ganzen in het voorjaar steeds gebeurt, voor do grasgroei begint, wat de- kans op globale schade over het gehele gebied uitschakelt. Sedert 1968/69 is de jacht op ganzen in de streek van Damrao, Oostkerke en St.Kruis bij Ministerieel Besluit verboden.Een departementale kommissie moest eventuele gan - zonschade vaststellen en in financieel verlies omrekenen. Op ons voorstel werd het door ganzen bezochte hoofd gebied verdoold in drie zones, mot een van de rand naar het midden toe-stijgende bcgrazingsdruk. In de. randzóne 8-71

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1971 | | pagina 10