y*\ DE ROTGANS III HET DELTAGSBIED. Volgens de Avifauna van Nederland (1962) is de Rotgans (Branta bernicla bernicla) doortrekker en wintergast in vrij klein aantal (=500-5000) van eind september tot in mei 5 bijna uitsluitend langs de kust, op de Hadden en langs zee gaten Het blijkt echter bij regelmatige waarneming in het Deltage bied, dat lang niet overal "langs de zeegaten" Rotganzen o- verwinteren. Het ligt voor de hand dit ontbreken op som mige plaatsen in verband te brengen met het voedsel. VERSPREIDING Langs Haringvliet en Hollands Diep en in de Biesbosch zijn de Rotganzen zeldzame verschijningen of zij ontbreken geheelIn het gebied van 3rou- wershavense Gat en Grevelingen ten wes ten van de Grevelin- gendam is de Rotgans een algemene verschij ning.Het totaal aan tal in dit gebied''s winters varieert tussen 250 en 750.Het gebied ten oosten van de Grevelingendam herbergt slechts zelden Rotganzen, uitgezonderd de onmiddellijke omgeving van de dam zelf. Ook in het gebied van de Oosterschelde, inclu sief de wateren rond Tholen is de soort algemeen. Op 31 ok tober telden we in de gehele Oosterschelde 1865 Rotganzen en op 6 januari 1967 ten minste 1800 stuks. Het totaal aan tal in het Oosterscheldegebied beweegt zich volgens ons s winters tussen 1500 en 2000 stuks.In de Hesterschelde daar entegen is de Rotgans weer veel Ko t Voorkomen in niet getijdegeb.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1971 | | pagina 4