vc„ Vanneer de dieren gewoon zeegras (Zostera marina marina) kunnen vinden, bestaat daarvoor een zeer sterke voorkeur. Bij ontbreken van Zostera marina fourageren de ganzen in september, oktober, november en soms nog december op klein zeegras (Zostera noltii) en waarschijnlijk ook op de smalbla dige vorm van gewoon zeegras (Z.marina var. stcnophylla) Daarna en (soms) ook al eerder worden vooral do groenwieron Enteromorpha verschillende soorten darmwier en zeesla (Ulva lactuea) gegeten. Van februari tot in mei, wanneer de dieren vertrekken, worden de Rotganzen regelmatig op schor- replanton fouragorond gezien. Gewoon zeegras ontbreekt geheel in het buitendijkse deel de Oosterscheldc- als in het Grèvalingenbekken blijkt zeegras algemeen voor te komen. In Krammer en Volkerak echter worden de zeegras", ngetaties naar het oosten toe steeds minder vitaal.Cok uit de Wosterschel- z.u ■K Z.noltii+Z.m rina. t hi:maast staande figuur V: er.iceerd aangegeven de go eden -war co het slik darmwier vof taties kunnen word-.n aar.ge- ..roffi uDjzc "wiurvelden" zijn voor d te vinden op laaggelegen zandige slikken met een geringe waterbeweging en bestaan uit verschil ltde soci ion darrwi eren (voornamelijk E ro,:.Drpha iruPrT*r%N

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1971 | | pagina 5