(i HERINNERING AAW DE TEKjEWS"
Een wekken is oen smal., meest ongeplaveid wegje, vaak dood -
lopend: aldus do omschrijving van dit Schouwsc woord in het
"■Woordenboek der Zoeuwse Dialecten".
Wij stellen voorop dat met de herverkaveling van Schouwen -
Duiveland, na do overstromingsramp van 1953j vrijwel alle
wekkens verdwenen zijn en voorzover opnieuw aangelegd deze
zijn gedegradeerd tot "doodlopende weg".
Een wekken gaf toegang tot moeilijk te bereiken percelen wei
en bouwland.Hot waren meestal uitlopers of vertakkingen van
landwegen cn in het winterhalfjaar waren ze dikwijls onbegaan
baar. In de Westhoek van Schouwen hadden ze één ding mot el
kaar gemeen?ze waren bijzonder rijk aan natuurschoon. Mot hun
knotwilgen,dc met elzen- en essenhakhout begroeide zijkanten
waren de wekkens een broedplaats voor vele vogels.
Wij herinneren ons nog maar al te goed de "Armenhoek" onder
Haamstede met zijn prachtige wekkens. Dc wekkens aan de Lage
Zoom te Rcncsso en Haamstede en de wekkens in de Burghsopol-
der te Burgh. Ze waren een broedgebied bij uitnemendheid. In
de knotwilgen broedden tal van wilde eenden en de vele met
riet, lis en andore waterplanten begroeide ondiepe sloten,
boden nestgclegenheid aan o.m. dc kleine karekiot, do riet-
zanger en het waterhoen. In vele meidoornstruiken, die do
weilanden omzoomden nestelden merels, lijsters, tortels en
houtduiven. In dc Armenhoek
hoorden we vaak de steenuil
cn in het voorjaar was de
koekocksroep overheersend.
Het bloeiende fluitckruid,
in do bermen der wekkens
aanwezig, geurde doordrin
gend. In de tot hooiwoi be
stemde percelen, bloeide
naast vele andere planten,
de Harlckijnorchis
Wie deze natuurrijkdom niet
heeft gekend, zal zich
daarvan nu moeilijk een
voorstelling kunnen maken.
De wekkens en de landelijke zandwegjes zijn na 1953 verdwenen,
evenals de ruige houtopstanden en dc door riet omzoomde slo
ten.
Daarvoor kwamen in de plaats,rechtgetrokken geplaveide land
wegen cn watergangen, die dc afwatering in dc polder moeten
bevorderen en daardoor zó schoon gehouden worden, dat geen
karekiot daar nestplaats mc^r vindt.
37-71