53-71
De waterhoentjes GALLI an CHLGRO
Galli a Chlcro loefden "beide in de Zuidhoek van Zierikzee,
naar ik dacht vredig en bedaard.Maar eind mei, toen de mid
dag reeds de avond naderde werd deze gedachte met een reus
achtige klap de grond ingeslagen.Met volle inzet der manne
lijke krachten vochten ze
een strijd, die weet ik
waar heen geleid had, in-
dien niet de nieuwsgieri
gen hunner mede-inlaagbe
woners het strijdperk had
den betreden.
Met wapperende vleugels J
stond Galli op een met
zijn buik in de modder ge-
drukte Chloro en pikte er
vrolijk op los met zijn sna
vel. Chloro kon niet aan
zijn pikkende belager ont
komen. De vrouwelijke wederhelft van Galli, die toch al wei
nig belangstelling toonde, begon nu langzaam weg te lopen*
Enkele kluten en tureluurs kwamen echter druk babbelend na
derbij. Ditmaal was het gebabbel de redding van Chloro,want
even verslapte Galli's aandacht. Lang genoeg voor Chloro om
zich onder zijn last uit te werken en op de vlucht te slaan,
over de modder, door de jonge zeekraal, het hogere terrein
in.Hij werd echter op de voet gevolgd door Galli, zonder dat
hij ingehaald werd. Ze liepen namelijk even snel en Galli
volgde de manoeuvres van Chloro precies, fladderde Chloro
dan fladderde ook Galli dat gedeelte. De hele achtervolging
leek een film, die twee maal werd afgedraaid. Na veertig
meter hardlopen bleef Chlorc staan en draaide zich om naar
Galli, die op eon meter afstand ook bleef staan, ilot af
staande vleugels, de halzen gestrekt .an met opgewipte staart
hieven ze zo ongeveer een halve minutt tegenover elkaar
staan, waarna ze zich gelijktijdig omdraaiden en ruet opgewip
te staart,opgetrok
ken vleugels en ho
rizontale hals en S
kop, liepen ze in
één rechte lijn weg
van elkaar. 1
Galli ging terug i
naar de plaats waar
het gevecht plaats vond om met zijn vrouw te gaan fourageron.
Red