T ZC5V517DE I'ET l-.. Het zoevende net was de verbinding tussen een Duïtse bio loog en zwermende muggen. De bioloog bestu - deerde al ge durende vier jaar de Chironomus thummi. Hij deed dit bij Keu len en op Schouwen-Duiveland. Er bleken namelijk verschillen in gedrag te bestaan tussen de Keulse en de Schouwse thummi. Dit verschil was er de oorzaak' van dat de thummi's niet bastaardeerden in de vrije natuur. De mannetjes vormen zwer men, terwijl de vrouwtjes solitair leven. De Keulse vrouw tjes gaan de mannelijke zwerm langs de onderzijde in en de Schouwse langs de bovenzijde. In het laboratorium is het wel gelukt bastaarden te ver krijgen en de :e waren ook vruchtbaar. Of deze bastaarden zich in de vrije natuur konden vermenigvuldigen was nog niet onderzocht MUGGEN De door de Duitse bioloog onderzochte soort was de Chirono mus thunmi, die behoort tot de dansmuggen, één van de vele muggenfamilies. Alle dansmuggen zijn niet stekende soorten. Ze lijken op de steekmug - maar missen de steekbuis - en de mannetjes, die zwermen, hebben sterk geveerde voelsjirieten, die als reukorgaan dienst doen. De larven van do Ch.thummi zijn slank en hebben een duidelij ke kop. Hun naam rode muggenlarven hebben ze te danken aan de hemoglobine (dezelfde kleurstof als in onze rode bloed lichaampjes) die in hun bloed is opgelost. Alom bekend als bijzonder lastig is de steekmug (Culex pipiens). Hij behoort tot de familie der steekmuggen, waar toe ook de malariamug behoort. Europa kent enkele tiental len soorten steekmuggen, waaronder zich ook soorten bevin den, die 's winters steken. (De geringde steekmug, waarvan de larven in sterk vervuilde sloten leven.) Terug echter naar het lastige gezelschap van de echte steekmug. Het zijn de 6 mm lange mannetjes die ons verti kaal dansend voortdurend plagen. De oorzaak hiervan is dat ze boven allo verhogingen in het terrein dansen en het is dus mogelijk dat U die verhoging bent. Ze dansen alle met de kop in de wind. Lager bij de grond zwermen de iets grotere wijfjes. Zij uiten een karakteristieke vliegtoon, die door de mannetjes met de voelsprieten wordt waargenomen. Deze toon roept bij het mannetje het voor de paring noodzakelijke ge- drgg op. Alhoewel op zicht de mannetjes het lastigst lijken zijn het toch de vrouwtjes die ons de das om doen. Zij zijn het. name lijk die ons steken. Ze bezitten stiletten - bij de mannetjes n: A—l 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1971 | | pagina 16