erg "dat ik mijn ramen dicht moeeJ' doen"* Ik begr/- p nu do
dood van mijn pimpels en begrijp ook waarom de kcolV .zen niet
meer gehoord werden.
Mijn vraag is alleens "Moet dat nu?"
P.J.Francois Zierikzee.
De schrijfster heeft ook aan de gemeente Zierikzee eon brief
gezonden betreffende haar ervaringen. Deze brief is behan
deld in de gemeenteraadsvergadering van 11 augustus.De raad
kwam hierbij tot de volgende conclusiess
Bespuiting gebeurt slechts in uiterste noodzaak en in beperk
te mate in verband niet de overigens zeei ernstige aanslag cp
de hoeveelheid stedelijk groen.
Het stedelijk groen rond Zierikzee dient ais ornament gehand
haafd te 'worden en is op zichzelf ook voorwaarde voor het
behoud van de vogelstand.
De heer van der Schelde, hoofd plantsoenendienst van dc ge
meente Zierikzee deelde ons verder nog mee dat de uiterste
noodzaak wel aanwezig was, in verband met een grote rupsen-
plaag op de heesterbeplanting. Diverse bomen, die niet be
spoten waren in verband met het "weinige" aantal rupsen wa
ren nu geheel kaalgevreten.
Zoals de leden bekend, is het bestuur der vogelwacht een
groot tegenstander van het gebruik van vergif ten, maar zij is
zich er ook van bewust dat het verstoorde evenwicht in de na
tuur het gebruik van vergiften in bepaalde gevallen noodzake
lijk maakt. Wij hopen dan ook dat de gevolgde lijn van spui -
ten in uiterste noodzaak door de gemeente Zierikzee gehand
haafd zal blijven.
WINDBUKSEN
Hij maakte zich woedend, die kampeerder op Ginstorvela, toen
hij 's morgens het doffe geluid van een vurende windbuks
hoorde. Niet zozeer om die windbuks, maar wel om het feit
dat na het schot plotseling de merelzang verstomde omdat do
vogel uit zijn hoge post ter aarde plofte.
Mag men over zoiets aanmerkingen maken? Jazeker, maar ver
geet dan niet dat de betrokkene meestal het gesprek beëin
digd beschouwd met de dooddoeners "Ik ken er nog wel
Of er rerkelijk veel geschoten wordt is een open vraag voor
wat betreft de campings in de Westhoek, maar als de mooie
vrije natuur daar zulke jachtdriften opwekt bij de kampeer
ders, dan is het wel somber met onze lijsters gesteld.
Eed.
58-71