1
NH;
LuL
ü-
irjz
ilAL
it-l-
43:
IV.
het oorspronkelijk "biotoop gelijkende terreinen.
Dit overbrengen van de plant wordt waarschijnlij
ker als we bedenken, dat do plant de mensen
goede diensten heeft bewezen; niet alleen om
zijn genezende werking werd de plant in vroege-
maar ook omdat men het blad
reinigen van glazen en me
re tijden gekweekt,
gebruikte voor het
talen voorwerpen.
Dit verklaart
linge aanwezigheid
echter niet de vrij plotse-
van de plant op Schouwen,
want de overbuurman van de heer Kouwen bewoont
noch een kasteel noch een klooster en zijn tuin
is geen in de grijze oudheid aangelegde krui
dentuin. Desgevraagd gaf de bewoonster ten ant
woord het glaskruid niet te hebben uitgezaaid,
of aangeplant, wat gezien het weinig aantrekke
lijke uiterlijk van de plant -het is een brand
netelachtige zonder brandharen- ook niet door
de vorige bewoners zal zijn gebeurd.
Hoewel de voormalige stadsarchivaris van
Zierikzee, wijlen de heer Van Beveren, altijd
hoog opgaf van de nog lang in zwang geweest
zijnde heidense
gebruiken
op Schouwen, moet,
meen ik, ook niet in deze richting naar de her
komst van de plant worden gezocht al is be
kend, dat het groot glaskruid in de Middel -
eeuwen als rookplant werd verbrand in de nacht
voor Thomas- Kerst- Nieuwjaars- en Drieko
ningendag om de rook de duivels, heksen en spo
ken te laten verdrijven.
Vermoedelijk zal de aanwezigheid van het
glaskruid op Schouwen een veel prozaïscher ver
klaring hebben; wellicht is dc plant meegeko-
men met de ligusterheg, die om de tuin is aan
gelegd. En deze ligusteriieg kan oorspronkelijk zijn gekweekt
in een tuinderij, die vroeger tot een groot buiten heeft
behoord, of waar in de buurt een kasteel of klooster ge
weest moet zijn.
Hoe dan ook, Schouwen heeft er weer een zeldzame plant
bij en dat bewijst maar weer, hoe goed het is om Schouwen re
gelmatig te bezoeken, vooral met onze voorzitter als voor
treffelijk leidsman.
Drs
Rijks h e rb ar ium
JMe nn eta a
Leiden
71-71