75-71 lijk zien do verlichting van Uw voertuig. De vhindertjss, die U op "bovenomschreven manieren te zien krijgt, zijn de mannetjes van dc Kleine Wintervlinder (Opcrophtera brumata)In oudere vlinderboekjes zult U als Latijnse benaming ook zien Cheimatobia brumata. Cheima bete kent winter; bioo leven; in de winter levend dus. En om al le twijfels betreffende de vliegtijd weg te nomen komt dan nogs "brumata" (bruma de kortste dagi We schreven reeds dat het de mannetjes zijn die we zo te zien krijgen. Hoe zit het nu met de wijfjes Om die te vinden moeten we in de strui ken gaan zoeken. Zij zijn name lijk ongevleugeld, althans de vleugels zijn slechts heel kort (0.2 tot 0.3 cm lang). De wijfjes kunnen daardoor niet vliegen en brengen hun leven lopend door in "boom-en struik gewas. Op het eerste gezicht lijken ze wel wat op een dikke mug, maar dan zonder vleugels Wanneer ze uit de pop zyn gekomen. (De pop ligt in de grond)zitten ze 's avonds on derin de struiken of aan hoorn- stammen, wachtend op een man netje, waarmee dan de paring plaats vindt. Ook deze copu lerende dieren kan men wel vinden mot "behulp van een zak lantaarn. Op 10 december van het vorig jaar vond ik zo in de veldiepcnvegetatie langs ongeveer lOOnctor van het voet pad bij mijn woning 6 copulaties. Na de paring gaan de wijfjes aan de wandel tot bovenin de bomen en leggen daar hun moeilijk tc vinden eitjes, meest al onderaan tegen knoppen of zijtakjes en dan maar 2 of hoog stens 4 Dij elkaar. Deze eieren zijn na enige dagen roserood gekleurd. Ze komen uit in april. De rupsen zijn groen met donkere rugstreep en lichte zijstrepen. Ze behoren tot do zgn. "spanrupsen". Bij het voortbewegen vormen ze dus tel kens een lus. Ze "spannen" als het ware hun weg af. Zo le ven op velerlei boom- en struikgewassen en kunnen in boom kwekerijen en boomgaarden wel schadelijk zijn. Vroeger werden ze wel bestreden door het aanleggen van vangbanden om de stammen, die van kleefstof waren voorzien, waardoor de wijf jes op bun tocht omhoog niet boven in de bomen konden

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1971 | | pagina 17