if SEN ''MOET DAT NU?"- REAKTIE Het antwoord op do vraag van Mevrouw Francois in Ster na van september j.l.s "Moet dat nu kan mijns inziens niet anders luiden dans "NEE, DAT MOET NIET EN DAT MAG NIET Ik hoop dat de rodaktie het mij niet al te kwalijk neemt als ik haar onderschrift niet bevredigend vind. Inderdaad niet, red.) De argumentatie van de gemeente Zierikzee raakt kant noch wal. Ter wille van het groen blijven van de hees ters in de gemeentelijke plantsoenen wordt een hoeveelheid zwaar vergif gespoten, waardoor dezelfde vogels, die deze struikjes zo nodig zouden hebben, en masse sterven.Die rup- scnvraat geeft tijdelijk een minder fraaie aanblik, maar de struikjes komen in de meeste gevallen er wol overheen. Dat is zeker niet het geval met de vele vogels, die de insekten en vruchtjes van die struiken eten en waarvan de verlaten jongen moeten omkomen. Wc zullen werkelijk moeten leren in deze materie wat minder genuanceerd,met minder begrip voor allerlei belange tjes te denken. Voorop moet staans GEEN VERDERE VERPESTING VAN DE NATUUR i ER WORDT NIET MEER GESPOTEN GEEN BERMBESPUITING, GEEN PLANTSOEN- en PARKBESPUITING De OVERHEID moet het voorbeeld geven. De particulieren zul len - naar mag worden gehoopt - steeds meer van de gevaren worden overtuigd, of anders door wettelijke maatregelen moe ten worden gedwongen van onnodig gespuit af te zien. Dit laatste betekent dat in de agrarische sector bij de huidige maatschappijstruktuur een beperkt gebruik van in secticiden en herbiciden noodzakelijk zal zijn, maar dan al léén voor zover nodig om een gcede oogst te verzekeren EN met selectieve middelen. Er is geen tijd te verliezen, hot is reeds zover, dat de nog resterende natuur in levensgevaar verkeert. Mr. F.W.C.G. Rothe, DEN HAAG. Gelukkig heeft de overheid al repressief zijn stem la ten horen in de vorm van een Bestrijdingsmiddelenwet. Red. 67-71

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1971 | | pagina 9