Het is beslist niet zo dat door mensengeut de riktf:
haar kalf in de steek laat. Rikke en kalf onderhouden met
elkaar kontakt door het zgn. "fiepen", het laten horen van
een schril, gerekt piepend of fluitend geluid. Met een
fluitje liet de heer van Sluijs ons dit geluid horen.
Ben bokkalf krijgt als eertse gewei de zogenaamde "rozen -
stokjes," korte geweiknobbels, die in januari afvallen.
Ha de kalfperiede ordb het reewild "smalrce" genoemd. Al
leen de hokten krijgen een gewei, dat klein en vertakt is,
met meestal 6 einden. Kalk en zout zijn de belangrijke op
bouwstoffen voor het gewei. Een slechte stang aan de lin
kerzijde duidt op een beengebrek aan de rechterzijde.
Voor de aanvoer van de opbouwstoffen ie het gewei omgeven
met een bast. Zodra dit bastgewei zijn taak voltooid heeft,
wordt het afgeschuurd aan een meestal vaste veegbeom. Af
hankelijk van de sappen van deze boom, zal de kleur van het
gewei tot stand komen. Zo had een hok, die zich schuurde
aan een berk een roodachtig gewei. Bij ouderdom gaat het ge
wei achteruit en so'n bok wordt dan "spitsbok" genoemd.
Tweemaal per jaar verharen de reeën. In het voorjaar krij-
nooi ilcur en i
ze zich wet:? in het grauwe, peper en zcut-kleurige jasje.
Aan de onderzijde vjp de staart bevindt zich dé witte spie
gel, die dient era Hoij gevaar te waarschuwen.
Bij schrik gaan de spiegelharen uitstaan,waardoor het effekt
nog wordt vergroot.
Aan de hand van het gewei is moeilijk vast te stellen hoe
oud een ree ia (bij vrouwtjes lukt dit natuurlijk nooit).
Het gebit brengt uitkomst. De tandenslijtage cn hst zwart
worden der tanden zal dikwijls leiden tot vrij nauwkeurigs
vaststelling der leeftijd.
DE JACET
De jacht op reeën is een noodzaak geworden om hot reewild
in stand te houden. Daar de predatoren van de rec-ën, zo als
iclven en beren, verdwenen zijn, zal de mens hun taak over
moeten nemen.
In een bepaald gebied kunnen slechts een bepaald aantal
reeën leven. Komen er teveel, dan zal er voedselgebrek ont
staan, zal er veel schade worden aangericht,en zal de stand
door ziekten achteruit gaan. Eén v=n do meest voor
komende ziekten wordt veroorzaakt door de reeparasiot. Do-
ze draagt de ree altijd bij zich maar kan zich slechts ont
wikkelen bij oververmoeidheid van de ree - die zeker op -
treedt als er te weinig voedsel is,waardoor de dieren
12/72