Zoeven zagen we dat de poptoestand in de zomer slechts een paar weken duurt. De poppen van de 2e generatie echter gaan overwinteren. Zij geven pas vlinders in april en mei van het volgende jaar! Een lange rustperiode dus. En deze rustperiode 's winters is mijns inziens een zeer kwetsbare schakel in de IConinginnepage-lcvenscyclus.Een groot aantal der rupsen - zeker in de velden met Flakkeese- of paarde- peeën - zal zich verpoppen aan het loof of stengcis in het veld. Na de peeënoogst worden se dan ondergeploegd en zijn verloren. Enkele die aan de rand van het veld leefden, zijn misschien naar stengels van dc rand-of sloctvegetatie tce- gekropen (hoewel de machaon-rups niet erg bewegelijk is) om daar te verpoppen.Bij de schoonmaak van de slootkanten zul len ook deze wel verloren gaan. Ook de poppen die in moes tuintjes ontstaan zijn, zullen m.i. moeilijk door de winter komen. Zitten ze aan het loof van de peentjes, dan worden ze bij de herf stzuivering van de tuin of ondergespit of ver~ dwijnen in de composthoop of mestvaalt. De enkeling die wat verder kroop en zich misschien kon verpoppen aan een riet- scherm of struikgewas, loopt nog grote kans een prooi te worden van mezen en ander gedierte. Allerlei faktoren dus die een uitbreiding der soort wel in de weg staan. 18/72

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1972 | | pagina 20