1) de I.^ine Watersalamander (Tritunas vulgaris) 2) de Gewone Pad (Bufo bufo) 3) de Hugstreeppad (Bufo calamita) 4) de Groene Kikker (Rana esculenta) 5) de Heikikker (Rana arvalis) en 6) de Bruine Kikker (Rana temporaria) De kleine watersalamander heeft de kam op de rug, de gewone pad heeft geen en de rugstreeppad heeft wel een streep (lichtkleurig) op de rug. De bruine kikker komt op het titelblad voor; deze heeft een kleine zwarte vlek achter het oog. Deze vlek ontbreekt bij de groene kikker en loopt door, tot ongeveer halverwege de flank bij de heikikker. Red vervolg van pag. 35/72 De percentages zijn uit deze tabel nog het meest bruikbaar, (andere soor ten dan de vermelde ma ken de 100/& vol) Het valt nu op dat er een kustgedeelte is waar de kokkel in de meerder heid is (o) en een ge deelte waar de strand schelpen de toon aange ven (x) Het was Staring, de grondlegger van de geo logie van lïederland, die in 1856 2) reeds opmerk te dat ten zuiden van Bergen meer Mactra en ten noorden van Bergen C^L 3>Ch.ei/€hmqe meer Cardium voorkwam. -> Lorié onderscheidt in 1893 een Cardium- en (^ostvoo Mactrafauna). (Spisula A/hW KeJ</e>«t solida - stevige strand- schelp en S. subtruncata Kr u ecce. - halfgeknotte strand- schelp heetten vroeger f Mac tra solida en M. sub- trunctata. '3-7/7 r\ 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1972 | | pagina 15