De bekende duincnderzoelcers Tesch 3) en Van Dier' 'voegen hier nog aan toe dat de aantallen schelpen ten noorden van Bergen afnemen. Het k'lkgehalte van het strand- en duinzand, veroorzaakt door bijmenging van schelpgruis, wordt vandaar ook nu nog verklaard door "een verandering in de fauna-samenstelling: zuidelijk van Bergen is Spisula subtruncata overheersend en is de hoeveelheid schelpen op het strand groterjten noor den daarvan neemt het aantal af en treedt Spisula terug, waardoor hier in verhouding meer Cardium rordt gevonden" 5) Dit kalkgehalte is volgens de studie van Van Dieren tus - sen 3ergen en Terschelling 0.07-"5^-0.377?~ en tussen Bergen en Haamstede 2.85673-7.662fa. Een lager kalkgehalte,veroorzaakt door minder schelpgruis, resulteert in witter zandjiets dat iedere bezoeker aan de Waddeneilanden opvalt. Reeds in de 18e eeuw wist men "dat dit zand bij uitnemend heid voor een glasmakend zand bekend en inderdaad één der zuiverste zanden is" 6). (En over Terschelling) "Veele Duinen hebben een zeer fyn Wit zand, dat kragtig wegstuift, waarom ze jaarlijks, ter behoudenis derselven met Helm beplant worden" 7) In die eeuw ging van hier ook zand naar Engeland voor de glasindustrie. 0) De kokkel heeft een steviger schelp dan andere soorten en dat speelt volgens my ook een rol in de kleinere hoeveel heid schelpgruis. Bovendien wordt het lager kalkgehalte van de Zeeuwse eilanden wel verklaard "door de veronder stelling, dat de jonge duinen hier ontkalkt materiaal van de thans vernielde westelijker gelegen oude duinen hebben opgenomen" 5). De geologische herkomst van het strandzand wordt hier niet nader uitgewerkt, dat is een verhaal aparti Het voorkomen van do kokkel heeft uiteraard te maken met het milieu w arm deze soort leeft. In de slikken en wad den van Zeeland en de Waddenzee zijn ze zeer algemeen. Zo is voor het Posthuiswad op Vlieland,een gebied van ca. 10 km^ bet aantal kokkels geschat op 260.000.000. 9) II Grootte van op Schouwen aanspoelende kokkels Tenslotte wil ik hier nog een paar vragen opwerpen over de groei van de. kokkel. Vaak treft men langs het strand van Schouwen massaal dode kokkels,veelal met vleesresten, aan. Zo hyvoorbeeld op 16-1-1971. He deed bi.rover v rslag 10) en kwam tot een schatting; van 2000 ex.per meter vloedlijn. Deze vloedlijn had een breedte van 20 a 30 cm. Dc doublet- 30/72 (vervolg op pag. 40a -geel)

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1972 | | pagina 16