O In het zuidelijk deel van Zweden troffen we nog de ook daar zeld zame Kleine "Vlie genvanger aan s waarna we onze reis icortzetten naar "Norrland"? zoals de Zweden het noordelijk deel van hun land noemen. In het zuiden van Norrland (nog juist niet in Lapland) zagen we een na de invasie achtergebleven Notenkraker; die juist een wespennest had aangesproken. Nagekeken door de Bonte Vliegenvanger trokken we Lapland in. Daar was onze eerste ontmoeting er één met een Auerhen, die ons vanonder de rode "wenkbrauw" wantrouwend aankeek. In het hos zagen we KruisbekkenEen mannetje stond met 28-72

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1972 | | pagina 6