WETTELIJKE OVERPEINZINGEN Het is nog niet, zoals een parodie op een bekend gezegde zou kunnon luiden' "Al is de milieuvernietiging nog zo snel, de wetgever achterhaalt hem wel", maar toch "blijkt vooral ook weel de laatste tijd dot de wettelijke maatregelen ter bestrijding var het natuur- en milieubederf toenemen. Het wettelijke einde van de Belgische massavogelvangst zal me nigeen als zoete muziek in de oren klinken, evenals het Neder landse besluit om bedreigde diersoorten geheel te gaan besche-i men. Daar komt neg bij dat diverse provinciale en gemeentever ordeningen steeds meer beschermende maatregelen opnemen? waar bij we dan onder meer denken aan de bescherming van de wilde flora on de amfibiën. Al deze maatregelen zijn fantastisch en als EERSTE STAP zijn ze dan ook van groot belang, maar hoe staat •"MEN" hier tegenover, ziet men het nut ervan in en wil men er naar handelen?! En mocht de meerderheid doordrongen zijn van de noodzaak van wettelijke bescherming (welke meerderheid ook zonder strafbe palingen wel spaarzaam zou zijn t.o.v. de natuur en het milieu) hoe kunnen dan de enkelingen/verstoorders worden opgespoord! Welke maatre, elen en middelen staan opsporingsambtenaren ter beschikking en hoevclcn zijn er die 3perwor van koekoek en piro la van lelietje van dalen kunnen onderscheiden om slechts en kele voorbeelden te noemen. Zou men misschien moeten komen tot specialistische teams of tot nascholing v n het huidige opsporingsapparaat of een ge deelte daarvan? Hoeveel invloed zou voorlichting hebben? Wel ke straffen zouden kunnen lolden tot een werkelijk positieve instelling ten opzichte van de natuur? Vele open vragen, waarop een antwoord goon eenvoudige zaal: is. En or zouden nog veel soortgelijke vragen gesteld kunnon worden Toch wil ik geen zwartkijker zijn, maar een papieren wet kan nu éénmaal op zich geen behouder van ons natuurlijk milieu zijn. Bekijken we nu eens de Wet Bedreigde Uithee-mse Diersoorten, dan vallen ons toch wel enkele dingen op. Ten eerste is men tot de konklusie gekomen dat er voorlopig slechts JjS bedreigde diersoorten zijn, 14 zoogdieren, twee vogels en twee schildpadsoorten. Ik stel me echter voor dat er in de wereld nog wol wat meer diersoorten zijn die zeer dringen bescherming nodig hebben. Als we in de tweede plaats de maxi- 58/72

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1972 | | pagina 20