2i VERKLIKKER De nachtegaal breidde zich weer iets uit. De zin ll^de mannetja waren dan ook alom te horen. Van de overige kleintjes valt te melden dat er veel kneutjes en fitissen waren, maar slechts we nig tortelduifjes. Met de uilen was het slecht gesteld. De ve uil werd slechts éénmaal waargenomen en ook de ransuil werd mi der vaak gezien. Van de laatste was er toch nog een broedgevai De nestkastjes leverden in het eerste broed het volgende re- sultaat ops Gekraagde roodstaart s 2 Pimpelmees s 1 Grauwe vliegenvanger s 1 Eingmus s 2' Koolmees s 69 Bergeend s 30 Eansuil 1 Grauwe klauwier e 3 Scholekster S Kievit s 3 Stormmeeuw S 11 Kleine mantelmeeuw s 60 Waterhoen 3 Nachtegaal s 50 Wulp 4 Oeverzwaluw s 7 Zilvermeeuw ij In de Verklikker zaten van de Stormmeeuwen er 12 bij elkaar. De heer Meerman, die aldaar op reeënjacht was, bleef er twee uur bij zitten, waardoor de eieren al behoorlijk koud werden.. Nadat hem gewezen was op de mogelijke nadelen van langdurig posten bij deze meeuwen, is hij er niet meer gedurende langere tijd geweest een medewerking die zeer op prijs gesteld wordt. Van de 13 nestkastjes /aren er 12 be>,et door 10 koolmezen en 2 pimpelmezen. Bergeend s 40 Stormmeeuw s 15 Grauwe klauwier s 1 Wulp s 1 Scholekster 25 VROONGRONDEN Het fijnste broedgevai was wel dat van de Kerkuil., (zie tekenin. titelblad) die het presteerde om 4 jongen groot te brengen. In het voorjaar werd lange tijd slechts één uil waargenomen, maar toen in de loop van de zomer de broedpla ts in de schuur gekon- troleerd werd, waren er al kleine jongen. Om beurten zijn ze ui gevlogen. De oudervogels sliepen overdag tussen het stro op zo der. Toen de jongen al konden vliegen, verlieten ze hij naderin- 44/72

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1972 | | pagina 6