van de fns het nest en vlogen de schuur in. Zodra men weg
ging vlogen ze weer terug, het nest in. Overal in de schuur
waren braakvallen te vinden, terwijl hier en daar een muisje
lag. ben goed broedsel, misschien mede dank zij het feit dat
de vroongronden niet met vergiften behandeld zijn.
De overige waarnemingen spreken voor zich, met gelukkig in
de gelederen wulp, wintertaling en slobeend.
Bergeend
s 8
Pimpelmees
3
Boerenzwaluw
s 2
Eoodborst
z
3
Fit is
s 8
Scholekster
3
17
Gekraagde roodstaart
s 1
Slobeend
2
1
Groene specht
s 1
Tapuit
2
21
Grote lijster
s 1
Tureluur
3
2
Grutto
s 3
Veldleeuwerik
2
6
Eeggemus
t 1
Vlaamse gaai
2
Huiszwaluw
j 6
Va terhoen
1
Kauw
2 10
Wielewaal
1
Kerkuil
s 1
Vilde eend
s
3
Kievit
2 18
Winterkoning
s
3
Kneu
s 2
Vitte kwikstaart
O
hl
Koolmees
s 5
Wintertaling
1
kerel
s 10
Wulp
l
1
Nachtegaal
8 2
Zanglijster
5
In de zomer van 1971 werden door de heer Zorge en zijn vrouw
twee wilde eendekuikens opgekweekt. De vogels bleven ook de
gehele winter in de buurt en ontvingen regelmatig voedsel.
Dit voorjaar verdween één der vogelsi de andere paarde en
ging in de onmiddellijke nabijheid van de Hoeve broeden. Ze
had haar nest gemaakt onder een één meter hoge jonge eik,
tussen brandnetel en zuring. In dit nest had een fazant 3
eieren gelegd, zodat er in totaal 13 eieren in het nest la
gen. Hoe zou de opvoeding van eventuele jonge fazantjes nu
verlopen? De broedtijden van wilde 'eend en fazant zijn nagenoeg
gelijk (25 en 24 dagen) en op 13 mei kwamen alle eieren - op
één fazante'éi na - uit. De wilde eend trok met zijn kroost
het veld door en dit bleek funest te zijn, want die dag stort
regende het. Toen de volgende dag de eend zijn troost zocht
op de hoeve, waren nog slechts 3 jonge eendjes over. 7 van
hun broertjes en zusjes en twee fazantekuikens waren dood.
De heer Kouwen deelde ons mee, dat het wel eens meer voor
kwam dat oude vrouwtjesfazanten zelf geen nest meer maakten,
maar hun -weinige - eieren deponeerden in het nest van een
wilde eend. Volgens de heer Zorge schijnt het wel regelmatig
voor te komen dat er patrijze- en fazanteëieren in één nest
45/72
