grens tv/"\èn de Plorapetoren en de Schelphoek. Aannemende da
nog een cental dode vogels niet was aangespoeld en door de
ebstroom mee naar de Noordzee was gevoerd, zou net aantal
slachtoffers - grof geschat - op circa 1000 hunnen worden
gesteld
Na telefonisch kontakt met de Nederlandse Vereniging-
tot Bescherming van Vogels te Utrecht, werden in opdracht
van Br. J.Nattel van het Zoölogisch Museum te Amsterdam
enkele vogels ter onderzoek opgezonden aan het Centraal
Biergeneeskundig Instituut te Doorn. Verder werden op ver-
I - ië
Middelburg een paar vogels voor hetzelfde doel gezonden
aan het Centraal Diergeneeskundig Instituut te Rotterdam.
Bij de naar Doorn ,e zonden scholeksters werd ook een inmid-
randloper gevoegd; err
delijl-: eerder was gestorven.
Uit een ontmoeting met de heer H.J. 11.Baptist uit
s-Heer Arendskérke, werkzaam bij de Deltadienst van Rijks_
faterstaat (=fd. Milieuonderzoek) bleek dat ook deze een
-
had bij de slachtoffers ook een wulp, een zilverplevier en
pootruiter gi le schol
ekster. Hij wilde voorts op 12 oktober een enderzoei instel
len langs de zandbanken en werkeilanden in de Oosterschelde
om te zien of daar nog kadavers te vinden waren. Op deze
tocht is hij vergezeld van onze redakteur, de heer J.T'.Eek-
hardt. Naar ik later vernam heeft dit onderzoek slechts
reinig vogels opgeleverd. Dat is ook wel te hegrijpen aange
zien op de 10e en 11e oktober een sterke zuidelijke wind
alles wat dreef, in de richting van de Schouwse zuidkust
moet hebben gevoerd.
Voor de lezers die ter plaatse minder goed georiën-
te rd zi eerst ever. het volgende. In de Co.; verschelde be
vind c zich een uitgebreid zandbankencomplex, beginnend on
geveer h km westelijk van Zierihzee en eindigend bij de
werkeilanden voor de sluiting (in de monding dus). Deze
zandbanken dragen de namen "Neeitje Jans" en"Hoggenplaat
Bij vloed komen ze geheel onder water. Bij eb vormen ze een
zeer belangrijke fourageerplaats voor tienduizenden "water
vogels", waaronder duizenden scholeksters. 3i; .et overstro
men der zandbanken door de vloed, komen de vogels massaal
naar de hoogwatervluchtplaatsen (deels de "levers- en Flaau-
wereinlaag en ook wel in andere inlagen, deels op het daar-
achterliggende houw- en weiland) om daar te "overtijen"
(het keren van het getij af te wachten)Zodra de voeding^-