29
•Stsenlopt :0
Boerenzwaluw
niet geteld
Wulp s niet
geteld
Gierzwaluw
- 7
Hosse grutto
s 1
Hietgors
1
Tureluur
- 3
Geelgors
s 1
Bosruiter
8
Spreeuw
130
Kanoetstrandloper
s 7
DE VÏSDIEVE" DE-U WhVI'RSINLkAG
Haar aanleiding van de visdievensterfte in de Weversinlaag,
die plaats vond in het broedseizoen 1971 heeft de heer P.de
Koningh, wenende te Utrecht, 7.Schuylenburglaan 5" in bet
broedseizoen 1972, met medewerking van de heer A.A.ÏC.van den
Hoek, een onderzoek ingesteld. Het voorlopig verslag van dit
onderzoek volgt hieronder.
Dank zij de medewerking van de heer van den koek ben ik in de
gelegenheid gesteld een onderzoekje te verrichten naar een
eventuele reden van de massale sterfte van jonge visdieven
in de Weversinlaag. De voorlopige resultaten daarvan heb ik
hieronder beknopt samengevat.
Ook dit jaar was het aantal dode jonge visdieven in de
("eversinlaag bijzonder groot. Van het totaal aantal van 190
jonge visdieven stierven er 65 door natuurlijke oorzaken, zo
als slecht weer en sterke regenval, terwijl vrijwel alle ove
rige ten prooi vielen aan de massale sterfte.
Cp 13 juli trof ik een groot aantal dede jongen aan en
na 3 dagen was er geen enkele levende jonge visdief meer op
het eilandje te bekennen, (afgezien van enkele exemplaren,
die al uitgevloden waren.) Ock is gebleken d-.t in alle geval
len sprake was van een "gewelddadige dood" daar alle gedode
dieren onder één van de vleugels een grote wond vertoonden
en er in de meeste gevallen tekenen van (doods)strijd konden
worden vastgesteld. Op de rest van het lichaam werden geen
verwondingen gevonden.
Tevens is gebleken dat de sterfte niet afhankelijk is
van de leeftijd der jonge visdieven, doch van de datum. Na
15 juli stierven zowel pas uit het ei gekropen jongen, als
vliegvlugge. Ook sen aantal jonge kapmeeuwen en een nest
jonge scholeksters werd op analoge wijze dood gevonden.
Het is dus wel duidelijk dat er waarschijnlijk een of ande
re rover(s) is bezig geweest in de visdievenlcolonie
Ook komt in grote getale voor op het eiland, de Noordse
67/72