De soortenverdeiing is als volgt in des bosgroep As rand Bs bos Cs hazelaar meidoorn eik esdoorn sleedoorn es iep hondsroos iep populier- vogelkers linde gelderse roos els c lijf wilg esdoorn kornoelje haagbeu karöina alsnut s De verdere randbeplanting bestaat uit twee gedeelten, ton eerste een wilöverband van 4 meter breed langs de ringdijk, Aan de kreekkant hiervan bevindt zich een afwisselende be planting, bestaande uit meidoorn (l). egelantier (2), ligus ter (3), duindoorn (4)? kruipwilg (5) sn smalbladige olijf - s is een strook aangeplant met iepen en abelen. 7) Haast de aangeplante duindoorn heeft zich ook spontaan duin doorn ontwikkeld. In de herfst is aan de kleur van de bessen duidelijk te zien dat het hier twee afzonderlijke vormen be treft Regelmatig dient natuurlijk het bos gesnoeid en uitgedund te worden, Ben groot gedeelte van het afgehakte hout blijft in het bos liggen, waardoor Schelphoek voor paddestoelen, die houden van dood en rottend hout, zoals de witte schelpjes- zwam Crepidotus variabilis) en geweizwanmetje (Xylaria h.y- poxylon) een waar lustoord is. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1973 | | pagina 23