DOMEINEN
HET BROEDSEIZOEN 1973
Het broedseizoen is weer achter de rug, een seizoen waar
voor de vogelaar veel tijd moet uittrekken om tot een goed
overzicht van de broedpopulatie te komen.
En daarbij komt dan nog dat in die tijd de werkzaamheden
toenemen en de vakanties vallen. Maar dank zij aller inspan
ning hebben we voor Schouwen-Duiveland weer een fijn over
zicht gekregen.
Mijn dank aan allen die hieraan hebben meegewerkt.
Haast de kwantitatieve inventarisaties van de diverse
(meest natuur-) terreinen, is dit jaar voor het eerst aan
dacht besteed aan het Atlasproject.
Ook hiervoor zijn veel gegevens binnengestroomd. Hiervoor
moge ik verwijzen naar pagina 12 van dit extra nummer.
Overigens houdt de redaktie zich aanbevolen voor gegevens
die in het hierna volgende nog niet verwerkt blijken te zijn.
Redaktie
Het meest opmerkelijke dit jaar is de enorme uitbreiding van
de kleine mantelmeeuwen. Deze vogels broedden hoofdzakelijk
buiten de afgepaalde kolonie. Zou het feit dat sedert enke
le jaren ook buiten doze kolonie geen zilvermeeuweieren
(waarvan ze niet te onderscheiden zijn) meer mogen worden
geraapt hiervan de oorzaak zijn? Ik geloof niet dat gesteld
mag worden dat dit raapverbod dè oorzaak is, want ook el
ders in Nederland schijnt de britse kleine mantelmeeuw
zich sterk uit te breiden.
Tegen do zilvermeeuwen zijn evenals voorgaande jaren beper
kende maatregelen genomen. Van de stormmeeuwen zijn dit jaar
door onbekende oorzaak weinig jongen groot geworden.
Door de heer Karper .werd een nest gevonden van de barmsijs
op een hoogte van ongeveer 1.75 meter in een bergden. Van
dit broedgeval zijn door hem dia's en foto's vervaardigd.
Het aantal wulpen is gelukkig niet achteruit gegaan. Vel
waren er minder bergeenden, terwijl de wilde eend in aantal
konstant bleef. De heer Iïouwen vermeldt in zijn overzicht:
"De hoeveelheid water voor de vogels is zorgwekkend."