Door middel van tamme eenden en een lokhondje probeert de
kooiker de wilde eenden steeds verder in de pijp te lokken,
terwijl hij zelf aan het gezicht onttrokken is door rietmatten,
die coulisvormig langs de pijp staan. Door voer uit te
strooien wordt de wilde eend steeds verder de pijp ingelokt.
Als de meeste eenden zich in de pijp bevinden vertoont de
kooiker zich onverwachts aan het einde van de pijp dat het
dichtst bij de vijver is gelegen en door zijn plotselinge ver
schijning opgeschrikt vliegen de wilde eenden verder naar
het andere eind van de pijp waar ze in een soort vangtoestel
terecht komen, dat veel overeenkomst vertoont met een rat-
teval. Door het slui
ten van de klep van
dit toestel achter
de eenden, kunnen
deze dieren niet meer
terug vliegen.
Tijdens het weglokken
van de eenden houdt
de kooiker terdege
rekening met de wind
richting, daar de een
den zeer gevoelig zijn
voor mensengeur.
De laatste jaren wor
den eendenkkoien ook
veelvuldig gebruikt
voor het verzamelen
van trekgegevens en
het ringen van veel
soorten wilde eenden. Bovendien zijn reeds veel kooien in Ne
derland overgegaan in handen van natuurbeschermingsorganisa
ties. Begrijpelijk, dat in die kooien geen eenden meer worden
gevangen om te worden afgemaakt en verkocht.
De eendenkooien op Schouwen-Duiveland zijn vrijwel alle na
1890 aangelegd en in bedrijf gesteld.
Te Oosterland werd in 1890 een kooi aangelegd in opdracht
van de toenmalige ambachtsheer. Deze kooi werd door de wa
tersnoodramp van 1953 verwoest, maar daarna weer vernieuwd.
De kooi die eigendom is van de heer baron Schimmelpenninck
van der Oye, is tot op heden nog in bedrijf
Te Renesse nabij het "Watergat" liet wijlen de heer Th.C.J.J.
80/73