dan veel minder sappig en er is dan ook veel minder dauw. Vanzelfsprekend maken ook alle mogelijke vogels en vooral de fazanten gebruik van deze drinkplaatsen, die helaas ieder jaar dieper uitgegraven moeten worden. Het is nu helemaal licht geworden en de lucht is vol van allerlei geluiden van grote en kleine vogels, die, hce la ter het wordt, steeds meer o- verstemd werden door de harde stemmen van honderden zil vermeeuwen in het gehele duingebied Tot mijn ver wondering zit ten er enkele tientallen van deze rovers op een grote konij- nenbouw aan de rand van het vliegveld. Vat ze daar in die kale zanderige troep zoeken is voor mij voorlopig nog oen raadsel. Maar binnen het uur is ook dat raadsel opgelost! Uit de holen komen geregeld volwassen konijnen naar buiten, die echter door de zilvermeeuwen volkomen genegeerd worden. Maar als er een heel klein jong konijntje zich buiten het veilige hol waagt komen de rovers in aktie. Ze storten zich op het weerloze beestje en door hakken met de snavel en slaan mot de sterke vleugels proberen ze het arme diertje zodanig te verwonden dat het niet meer in staat is onder te duiken. Enkele exemplaren zijn inderdaad de dupe geworden van deze massale aanval en nu begint er onderling een verwoed ge vecht welke slokop deze prooi consumeren zal. Eindelijk blijkt één de sterkste en het konijntje wordt in z'n geheel, met huid en haar naar binnen gewerkt. Het kost wel de grootste moeite, maar juist als ik denk dat de vogel erin zal stikken verdwijnt het konijnekind in zijn keelgat. Blijk baar is hij na dit maal verzadigd, want na neg enkele hef tige slikbewegingen gaat de meeuw cp de wieken en voegt zich niet meer bij zijn hongerige soortgenoten die weer zit- 40/74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1974 | | pagina 42