Ze behoren tot do kaardebolgewassen en geven een zeer fleu rig gezicht. Op deze lilakleurige bloemen komen veel vlin ders af om de nektar te halen. Ook de andere bloemen hadden veel van deze zoetigheid, want we zagen de volgende vlinders; Dagvlinders s Kleine vos (2e gen.), argusvlinder, bruin zandoogje, hooi- beestje, Icarus-blauwtje (met zijn bruine vrouwtje), aardbei vlindertje en het "dikkopje" Thymelicus sylvestris. Nachtvlinders s Klein avondrood, de "spanner" Xanthorhoë fluctata en het vedermotje. Van de St. Jansvlinder werden bijna volwassen rup sen gevonden op rolklaver. Keverss We vonden van de kevors een aantal prach tig groen-geel gekleurde brandnetel snuit- torren. Die wisten wat goed voor hen was, want eiwit, kali, kalk, natrium, ijzer, mangaan, zwavel, chloor, magnesium en vi tamine A, dit alles zit in de grote brand netel. Over "onkruid" gesproken.....! Galwespen s Op het biggekruid zagen we langwerpige op zwellingen van de bloeistengel, het werk van de galwesp Aylax hypochenridisOp de hondsdraf zaten op het blad de roodachtig gekleurde gallen van de galwesp Aylax glexhomae PIanten s Cypergrassenfamilio s Zeehies. Grassen; Frans raaigras, witbol, kweek, timoteegras, rood zwenkgras, kropaar, trilgras en riet. Leliefanilie s Kraailook, moeslook en asperge. Duizendknoopfamilie s Veldzuring Anjerfamilie s Avondkoekoeksbloem (m. en vr. exx.) Stsrremuurfanilie s Hoornbloem, akkerhoornbloem en zandmuur. RanonkolfanilieScherpe, kruipende en blaartrekkende boter bloem Papaverfamilie 8 Klaproos KruisbloenfamiliePinksterbloem en herderstasje 60/74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1974 | | pagina 64