was een voorbeeldige ouder. Het voedsel bestond volgens mij
uit graszaden, die in die tijd nog zacht zijn. Helaas heb ik
nog maar één keer gezien.hoe ze die zaden uit de hoge hal
men bemachtigden.
Behalve bij nesten zijn barmsijzen heel gemakkelijk te observe
ren bij drinkplaatsen. Evenals andere zaadeters moeten ze
door de aard van hun voedsel veel drinken. Bij zon drinkge-
legenheid in de Domeinen overheerst het aantal kneuen. Het
mannetje kneu kan aangezien worden voor een barmsijs doordat
beide een rood voorhoofd hebben. De barsijzen zijn evenwel
iets kleiner en vooral rustelozer. Ze blijven geen minuut
langer bij de drinkplaatsen dan strikt noodzakelijk is. Bij
dit alles behoort echter veel geduld.
De kleine barmsijs gaat blijkbaar steeds zuidelijker broeden.
In 1961 werd het eerste broedgeval voor Nederland geconsta
teerd op Vlieland. In het westen van ons land is de laatste
jaren de geelgors juist als broedvogel verdwenen. Is het
wellicht mogelijk dat de barmsijs de vrijgekomen niche is gaan
innemen? Het voedsel is voor beide soorten, doordat ze zaad
eters zijn, gedeeltelijk hetzelfde.
Een ander punt is de geweldige energie die deze vogels ten
toon spreiden. Komt dat misschien doordat ze op hogere
breedten meer vrij-komenae warmte nodig hebben om hun
lichaamstemperatuur op peil te houden?
December 1973 Boterbloemstr.6 Krimpen aan de Lek.
WAAROM HET KAPPEN VAN DE BOMEN LANGS
s HEREN NEGEN VROEGER GEEN PROBLEEM
NAS
Door P.Jansen.
"Gelukkig is het land, waar het kind zijn rnoer verbrandt"
was één van de vele kreten die onze hoofdonderwijzer veelvul
dig slaakte. Na de eerste keer was echter de lugubere ge
dachte aan oudermoord verdwenen. Hij had dan uitgelegd dat
"moer" hier veen of derrie betekende, dat gedroogd als brand
stof diende. Kolen en olie waren in de Middeleeuwen voor ver
warming onbekend en men was dus aangewezen op de brandstof
15/74