Op ££N PfCO/t 2L0/f£Af/O/iG£//. door P.M.van Dalsen In de Rijksdomeinen, op de rand van het vliegveld, op een hoge duintop heb ik een eenmansgat gegraven als uitkijkpost. Dat punt noem ik het vierlandcnpunt omdat achter het Rijksdo mein is, voor mij het vliegveld, rechts 't Zeepe en links bet duingebied waar jachtopzichter Krijger de scepter zwaait. Kerkelijk een ideale waarnemingspost mot een prachtig uit zicht, maar in hot zomerseizoen wel veel toeristen die alle bordjes "verboden toegang" negeren om "hertjes" te kijken. Het is koud en winderig weer, met af en toe een regensliert en het is half vier en nog donker. Het is zaterdag, dus hoef ik niet op een bepaalde tijd thuis te zijn. Ik weet dat hier enkele scholeksters zitten te broeden en een paartje heeft met enorm kabaal me reeds in het donker geprobeerd weg te jagen. Och een wulp die hier dicht in de buurt broedt begeleidt me, gealarmeerd door do bonte pieten, mot een enorm alarmgeroep naar mijn schuilplaats. Alles wordt weer rustig, geruime tijd nadat ik in mijn eenmansgat ben wegge doken. Bij het lichter worden blijkt dat ik maar enkele tientallen meters verwijderd ben van een tweetal zilvermeeuwnesten met elk drie eieren en kennelijk zwaar bebroed. Do vogels vinden het helemaal niet prettig een indringer zo dicht bij hun nes ten te hebben en maken moedige duikvluchten op mijn hoofd, waar zich toch al een litteken van een Vroegere aanval op bevindt. Als ik me echter geruime tijd doodstil houd, worden ze ook rustiger en gaan tenslotte weer op hun nest zitten, echter nog wel heftig protesterend tegen mijn aanwezigheid. Het is nu voldoende licht gom mijn hele omgeving goed op te nemen en ik zie dan ook al spoedig in het Zeepe een smalree (reegeitjo van 1 jaar) in de richting van het Rijksdomein ko nen. Rustig kruipt het door het prikkeldraad en komt mijn- richting uit, vermoedelijk om te drinken uit een, door de ja ger gegraven, waterput. Ofschoon een ree heel weinig water nodig heeft, want meestal eet het 's morgens vroeg zwaar bedauwd of door regen kletsnat voedsel, toch weten ze deze drinkplaatsen goed te vinden. In de winter wordt or veel meer gebruik van gemaakt dan in de zomer..Het voedsel is 39/74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1974 | | pagina 41