DE VISSER EN DE VISSERS. oooooooooooooooooooooooo Op een vroeger, morgen toog de visser naar zijn stekkie, "beladen met een prachtige werphengel, kostbaar aas, boterhammetjes en natuurlijk een flinke dosis frisse moed. Zijn vrije dag begon vroeg, vroeger misschien dan bij zijn werkgever en hij was vastbesloten de nodige paling te verschalken. Zo zat hij daar, aan de kreken van Ouwerkerk. Zijn wereld was maar klein. Na de voorbereidings handelingen voor de visvangst restte slechts het topje van zijn hengel. Maar hoe hij ook tuurde, het bewoog niet. Logischerwijze breidde zijn aandacht zich na verlocp van tijd uit tot de omgeving. Zowaar kreeg hij aandacht voor enige rustig boven het water zwevende zilvermeeuwen. En wie schets zijn verbazing toen hij zag dat deze vogels als het ware de ene na de andere paling uit het water schepten. Hem lukte het niet. Goede raad was duur, maar goedkoper dan zijn visuitrusting. Na enig speurwerk ontdekte hij dat de zilvermeeuw, die een paling gevangen had, deze niet in de lucht, maar ter land verorberde Eu wilde het voorkomen - welk een gelukkig toeval - dat een der meeuwen in zijn nabijheid met een flinke bovenmaatse paling landde. De visser vergat het topje van zijn hengel en begon op handen en voeten door het natte gras, zo snel als zijn knieën en ellebogen hem dragen konden, in de richting van de meeuw te kruipen. De meeuw echter, de onschuld zelve, vermoedde niet welke duistere plannen de visser bevroedde en wilde juist aan zijn maaltijd beginnen, toen een vreemd wezen met veel geschreeuw uit de begroeiing tevoorschijn sprong. 72/74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1974 | | pagina 76