Op pm rtoofë 21ott£wo/i os//. drie teenmeeuwen 5 die voornamelijk van kreef tachtigen leven. De drie teenmeeuwen zijn plaatstrouw en broeden in kolonie- verhand. Ze overwinteren - evenals de dikbekzeekoet3 de kleine alk en de noordse stormvogel - in New Foundland en West-Groenland. Naast ijsberen, poolvossen en robben, kregen we als zoog dieren ook nog rendieren te zien. Van deze dieren, die al leen op Spitsbergen zuiver wild zijn, werden zeer veel ge weien (soms twee in elkaar verward) gevonden en verzameld voor wetenschappelijk onderzoek. De lezing gaf ons een prachtig idee van Spitsbergen en haar flora en fauna. Om het gebied echter in deze staat te behouden zal grote zorgvuldigheid moeten worden be tracht, waarbij als zeer belangrijke punten de ijsberen en het toendragebied op zich moeten worden genoemd. door P.M.van Dalsan Ais uitkijkpost is nu gekozen een oude boom aan de rand van een verwaarloosde boomgaard tussen de J.J.Boeijesweg en de Kloosterweg te Haamstede. Enkele dagen geleden heb ik deze plek uitgezocht en heb toen een poosje, naar het mij voorkwam, heel gemakkelijk op een dikke tak gezeten met een goed uitzicht op de oude boomgaard aan de ene kant en aan de andere zijde een veldje met brem, open grasplekjes en braamstruiken. Voor vijf minuten was het een comfortabele zitplaats, maar, naar later bleek, om er drie uren te zitten was het een pijniging waar een monnik in de Middeleeuwen ja loers op had kunnen zijn. Het is nu kwart over drie in de morgen en het begint aan de horizon wat te lichten. Hier geen geluiden van zilvermeeuwen, maar wel de lugubere schreeuw van een uil, afgewisseld door het geroep van, zijn naam eer aan doende, bonte Piet of scholekster. Bij het steeds lich ter worden krijgen we een druk gekoer van houtduiven, 6/74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1974 | | pagina 8