TERUGMELDINGEN. Van de 1078 vogels, die we dit jaar vingen, droegen er slechts 3 al een ring, nl. 2 graspiepers en een kleine barmsijs. De graspiepers bleken beide als nest jong al geringd te zijn. Het ex. wat we vingen op 19 Sept. kwam uit Oosterland, geringd op 23 Mei 1974» De vangst van 21 Sept. was geboren in de Schaalsmeerpolder (H.H.), ringdatum 11 Mei 1974. De kl. barmsijs toonde iets aan, wat we al jaren vermoedden, maar nog niet be wezen was. Kl. barmsijzen van de Noordned.populatie bleken in het verleden in een wijde boog om het Deltagebied heen te trekken, volgens het ringonder- zoek ongeveer via Willemstad naar Antwerpen. Nu vingen we een oude 0 op 22 Okt.die 13 Juli '74 bij Leidschendam geringd was. Deze volgde de kust langs de afgedamde zeegaten. 'Vaar overigens alle ongeringde kl. barmsijzen, die we vroeger gevangen hebben, vandaan kwamen is nog een onopgelost raad sel. Alleen van de Vlielandse populatie al werd in de zestiger jaren per jaar meer dan de helft geringd. Rog een nagekomen melding van het vorige seizoen: frater 0 gevangen 1-11-'73 bleek .0B.--28.jJJ-.'7-2 in de Kennemerduinen geringd te zijn. Van de terugmeldingen van eigen geringde vogels kwamen 4 spreeuwen en 9 meldingen van andere soorten' binnen. Spreeuw 2 ex uit het broedgebied. 0 1 kj 8-11-'69 dood op 16.5.72 prov. Leningrad-Rusland. 1 kj 19-10-72 dood in dec.'73 in de prov. Vitebsk-Rusl. 1 spreeuw uit het winterkwartier 1 kj 28-10-72, geschoten op 23-1-74 Pas-de-Calais Frankrijk. Nog een ex. wat óf een late wintergast óf een standvogel was. 1 kj 17-11-73 door kat gedood te Haamstede. 30/75

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1975 | | pagina 32