de Grauwe Klauwier. Laat ik eerst mededelen, dat zolang ik in "Böeije's Bos:' heb gewerkt, er ieder jaar vlakbij in het aangrenzende deel van het duingebied "Het Zeepe" een paar Grauwe Klauwieren broedde. Zeer zeker zal dit ook al jaren voordien het geval zijn geweest. "Boeje's Bos", werd omstreeks 1900 ontgonnen. Het ligt onmiddellijk ten noorden van de dorpskom van Burgh. In 1926 werd mijn vader eigenaar en sindsdien kweekten wij er bloembollen en later werd het boomgaard. Sinds 1973 valt het onder de dorpsuitbreiding en wordt er gebouwd. Destijds broedde het klauwierenpaar altijd in de doorni ge duinpannen ten noordoosten van het "huusje van Saar- tje". Nabij de plaats dus waar de Zandstraat zich oplost in het duingebied. Dikwijls zagen we de fraaie vogels op zoek naar voedsel (veelal insekten) op palen van de afrastering of op een hoge doda tak, soms ook in de kwekerij. Ze toonden zich helemaal niet schuw! Opvallend nu dat het klauwieren broedgebied zich om de een of andere reden in de loop der jaren (van vader op zoon?) wat oostwaards heeft verplaatst. Want al enkele seizoenen schijnen ons huis en tuin te behoren tot het fourageergebied! Dat wij wel eens buiten zitten schijnt de vogels niet te hinderen! Zij "werken" gewoon door. Toegegeven dat mijn vrouw en ik, vooral als we buiten zitten,ons rustig gedragen. Op 12 mei van dit jaar zag ik "het" klauwierenpaar weer terug. Ditmaal in een klein bosje in de duinen, op nauwelijks 30 meter van ons huis. Het bos jeongeveer 100 m2 oppervlak, bestaat uit een ondoordringbare mengeling van liguster, kruipwilg, braam en egelantier en wordt geflankeerd door een wat hoger opgaande lijster bes en een appelzaailing. Vanuit de slaapkamer hebben wij er een mooi uitzcht op. Iedere morgen, tijdens het scheren,keek ik dan ook geregeld uit of "ze" er nog waren! Dat bleek inderdaad het geval. Merels en andere vogels, die argeloos even wilden landen, werden door de in de lijsterbes op uitkijk zittende mannelijke vogel 35/75

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1975 | | pagina 37