•zonnestralen te kunnen opvangen. Een leuk gezicht! We konden daarbij vaststellen dat er drie jongen waren. Vanaf 3 juli. verlieten ze het bosje overdag voor kleine uitvluchten flBRKjiè j naar naburige bosjes of fa struiken, waarbij ze nog -x, wel door de ouders werden ^in gevoerd. En 's avonds zagen we ze nog altijd weer terug in het broedbosje. Blijkbaar om er de nacht door te brengen. Op 14 juli hadden we het laatste contact met de tijde lijke buren! De mannelijke klauwier zat toen met twee jongen boven op een wat verder staande meidoornstruik. Als alles voor onze klauwieren gunstig verlopen is, dan zijn ze nu al weer onderweg naar hun winterverblijf, het verre Afrika! Uitkde in "Sterna" opgenomen broedgegevens der laatste jaren zien we de Grauwe Klauwier alleen nog vermeld dithet..duingebied. Vijverberg beschreef in "Van Diverse Pluimage", echter ook waarnemingen elders in het werk gebied onzer vereniging. Ik citeer: "vroeger zag ik hem jaren achtereen op den telegraafdraad vijf minuten van mijn woning af." (Dat was dus bij Noordgouwe). Ver der een broedgeval waarvan hij foto's maakte -in een stillen, weinig beganen, landweg, een kwartier gaans buiten Zierikzee.-(Ik meen me te herinneren dat dit de Korte Blokweg was. Voorts schreef hij: "Ik ben er b.v. zeker van, hem eiken zomer aan te treffen in de mei doornstruiken achter Burghsluis". Op 20 juni zag hij daar zelfs twee mannelijke vogels! De broedplaatsen bij Burghsluis herinner ik me heel goed. Er stonden daar langs de weg bij de haven naar de Meeldijk meidoorn- en ligusterstruiken, terwijl een vlakbij gelegen weiland omzoomd was met meidoorns. Ook zag ik de klauwier in de jaren rond 1930 dikwijls in de meidooms onder aan 37/75

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1975 | | pagina 39