8 reden dat onze poes behaaglijk snorrend op de tafel bleef liggen suffen, of was het omdat hij juist zijn buik had rondgegeten met hart? Hoe het ook zij de mussen interesseerden hem niet. En mij ook niet meer, toen mijn oog op een spreeuw viel, die op een allervreemd ste manier probeerde zijn portie broodbrokjes binnen te krijgen. Hij of zij stond toch al wankel op de bolling van een golfplaat maar daar kwam nog bij dat hij (hier houden we het maar op) met de rechterkant van zijn kop vlak boven de golfplaat scherend een stukje brood met de zijkant van de snavel vastpakte. Nadat het verschei dene malen uit zijn bek gevallen was, omdat hij deze opende om het stukje brood beter in zijn snavel te schik ken, lukte het hem uiteindelijk het stukje naar binnen te werken. Het volgende stuk brood werd op eenzelfde ma nier benaderd en verwerkt. De afstand tussen ons was te groot om met het blote oog de oorzaak van dit minstens merkwaardig te noemen optreden te kunnen vaststellen. Een verrekijker was snel gepakt en bracht uitkomst. De bovensnavel van de spreeuw bleek aanzienlijk te zijn verlengd, ongeveer met lf maal de normale lengte van een bovensnavel. De ondersnavel was normaal. Daar de bovensnavel iets naar beneden was doorgebogen kreeg hij een wulpachtig uiterlijk. Nadat ik nog even het eerder- omschreven fourageergedrag met de verrekijker had kun nen volgen, waaruit de moeizaamheid, maar ook de aan passing duidelijk bleek, vloog de spreeuw weg en ver dween uit mijn gezichtsveld. Ik had geconstateerd dat hij in leven kon blijven, maar hoe zou zo'n vogel zich ge dragen bij de voortplanting, want, wordt zo'n partner geaccepteerd, die wellicht nauwelijks kan bijdragen tot het vervaardigen van een nest of het voeren der jongen? Wie weet waar we moeten gaan zoeken om dat te kunnen constateren. J. W. Eckhardt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1976 | | pagina 10