Via Koetenisseweg passeren we de Serooskerkseweg
en rijden we langs het Schelphoekbos waar we aan de
rand van het water, geheel beschut voor de koude wind
en heerlijk in de zon, zeven reigers dicht bij elkaar
zien zitten, Zouden ze in gemeenteraadsvergadering
bijeen zijn om te bespreken om van de Westhoek een
beschermd Natuurgebied te maken?
In het water slobeenden en talingen en de luwte van de
bebossing meerkoeten, waterhoentjes, watersnippen en
natuurlijk ook enkele konijntjes. Dichter bij de dijk, in
een slootje met brak water, grote en kleine strandlopers
weer in gezelschap van enkele, nu in onze ogen en in
tegenstelling met de kleine strandlopers, geweldig gro
te wulpen. Dan vanaf de zeedijk het vogelparadijs, de
Koudekerkse inlaag: honderden smienten, verder talin
gen, bergeenden, meerdere soorten meeuwen, tureluurs,
slobeenden, wilde eenden, kuifeendjes, waterhoentjes
en zelfs nog enkele kluten.
En waar we goed de tijd voor namen en wat zeer duide
lijk en prachtig te zien was, de honderden rotganzen.
Toen we eindelijk uitgekeken waren reden we via de
Steursweg naar de Stolpweg waar we het geluk hadden
van heel dichtbij (alles vanuit de auto) een bruine kie
kendief in het topje van een, niet eens zo hoge, boom te
zien zitten, terwijl boven het aangrenzend stoppelveld
een torenvalkje stond te bidden. Minutenlang konden we
met onze kijkers de prachtige scherpe kop met haaksna-
vel van de kiekendief bewonderen, voor hij van onze
nieuwsgierigheid genoeg had en er met machtige vleu
gelslag vandoor ging.
Na in de Hoosjesweg nog genoten te hebben van de daar,
altijd in de buurt, aanwezige honderden brandganzen
(wat zijn ze toch prachtig, we hadden ze op minder dan