zonder in het broedseizoen. Als vogels broeden zijn ze gebonden aan de omgeving van hun nest, zij verjagen daaruit dan alle indringers van dezelfde soort. Een ooievaar laat bijvoorbeeld toe, dat mussen in zijn bouwsel nestelen, een mens zal hij niet aanvallen, maar andere ooievaars zal hij uit de omgeving verjagen. Vogels, die in grote troepen leven en die in zeer grote kolonies nestelen, hebben toch een ruimte rondom hun nest, die ze achterdochtig bewaken, al is die ruimte soms maar een snavellengte groot. Voor vele kleine zangvogels stelt het territorium waar schijnlijk hun voedselgebruik veilig. In dat gebied heeft een mannetje en vrouwtje samen het alleenrecht om te fourageren, gedurende het grootbren gen van hun jongen. Dat is mogelijk van zeer groot ge wicht voor de overlevingskansen van die jongen. Het territorium van een mannetjesroek is beperkt tot zijn eigen nest; in zijn territorium wordt hij niet aange vallen, maar daarbuiten wordt hij niet ontzien. Veel soorten, waaronder de meeste vinken, gebruiken hun nestgebied voor het bedrijven van hun liefdesspel en voor het grootbrengen van hun jongen, maar fourageren in een veel groter terrein en hebben dus geen speciale voedingterritoriums. Vogels, die in kolonies op de grond nestelen, zoals sterns en sommige meeuwen, plaatsen hun nesten op zulk een wijze, dat de kans van te worden aangevallen door rovers zo klein mogelijk wordt. Kokmeeuwen, bij voorbeeld, streven ernaar hun nesten een yard (91,4 cm) van elkaar te bouwen. Staan de nesten dichter bij elkaar dan kunnen kraaien de eieren vlugger vinden, terwijl, als zij verder vaneen liggen, het gekrijs van de meeuwen tegen de indringers, minder effectvol zal zijn, omdat een kokmeeuw alleen kabaal maakt, als zijn eigen nest wordt bedreigd. Ook penguins beschermen hun eieren tegen rovers door dicht bij elkaar te nestelen. Sommigen schenden echter het territorium van hun eigen buren, door stenen uit hun nesten te stelen. Met die stenen ver sieren ze namelijk hun broedplaatsen en ze zijn er daar om dol op. 2?

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1976 | | pagina 29