25 overal zag ik dozen, 'n soort van houten ledikantje zon der poten, bewoond door een paar futen, in de gang hok ken met daarin: grote wulpen, IJslandse tureluurs, schol eksters, meerkoeten, waterhoen en waterral, kooien met koperwieken, zanglijster, mus, tortels en in de - keuken, schrik niet: 'n stelletje reigers! Zelfs de schuur was niet onbemand: daarin bevonden zich 'n zwaan met gewrichtsontsteking en nog een, die slachtoffer was ge worden van de olie. Verder in de tuin nog 'n mengel moes van grauwe gans, eidereenden, meeuwen, oude bergeend, wilde eenden en wat kippen. Alles krioelde gezellig om een grote vijver en om de etensbakken. Over eten gesproken, zodra ik wat meer bij mijn po sitieven kwam, werd m'n snavel in een bakje met slob ber gestopt. Voorzichtig proefde ik ervan, mmm, niet gek, wel 'n ander smaakje dan ik gewend ben, maar honger maakt rauwe bonen zoet. De slobbermaaltijd be vatte ochtendvoer van de kippen, rauwe havermout en cyclovit (antibioticum met vitaminen). Nadat ik wat ge smikkeld had, mocht ik de nacht doorbrengen in één van die kartonnen dozen. Er lag lekker stro in, de bo venkant werd afgesloten met 'n synthetische jutezak (van aardappelen uit Zeeland) en toen werd de warmte- lamp erop gezet. Nou, dit hotelletjes beviel me wel! Misschien komt het doordat er zoveel andere vogels in de kamer waren of misschien doordat (ik kon m'n ogen niet geloven) 'n haas en 'n hond samen in één mand sliepen of samen op schoot bij de heer des huizes sprongen als hij kaas uit 't vuistje zat te eten, dat ik me direct op m'n gemak voelde. Ik kreeg warempel zin m'n bergeendenleventje van een wat zonniger kant te bekijken! De bak met slobber smaakte me hoe lan ger hoe beter en ik proefde er nu zelfs klein gesnede rauwe vis in. 'n Week later kreeg ik er 'n soortgenoot bij, iets ouder, maar toch nog een jongeling. Hij was eerst bij zijn vin der in huis gebleven en was dus daar ontdooid en opge knapt. Alleen het feit, dat hij magertjes bleef, deed hem hier op mijn adres belanden. Beiden kregen we 'n worm pilletje in de keel geschoten (Spartakon) en ja hoor, 't leverde resultaten op. We mochten fijn de tuin in en de

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1976 | | pagina 37