een miSftiGe miDoaG in maapt $9 Woensdag, 17 maart j.l. was het mistig, koud en bij regenen af. Niettemin, we hadden afgesproken er op uit te gaan en daarom spoedde ik mij per D. A. F. naar vriend Wim, die ergens in de buurt van 't Ongerepte woont. We hadden maar een paar honderd meter zicht, maar toch zagen we in de Koudekerkse inlagen smienten, slobeenden, bergeenden, kluten, tureluurs, pijlstaarten en zowaar één eenzame brandgans. Bij de Brouwersdam aangekomen, namen we daar, aan de binnenkant, een troep watervogels waar, zö geva- riëerd, dat het op een schilderij een gekunstelde indruk zou hebben gemaakt. Er zwommen - van elke soort enkele - brilduikers, pijlstaarten, kuifeenden, topper eenden, tafeleenden, smienten, een middelste zaagbek, doodaarsjes, grote bergeenden, beweeglijke futen en meerkoeten. Een lust om te zien! En toch haalde dit schouwspel niet bij wat ik had waargenomen nog vöbr ik Wim had opgehaald. Aan 't begin van de Hoogenboomlaan vloog een grote, reigerachtige vogel voor mijn D.A. F. op. Ik spong naar buiten en zag, van heel dichtbij, een bruingekleurde, van zwarte strepen voorziene vogel, met grote sluipende passen zich in de greppel voortbewegen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1976 | | pagina 41