62
deze ziekte genas heette dus Flerecijnkruid.
Haantjes-en-hoentjes vinden we behalve voor het Ze
venblad ook genoteerd voor de Ratelaar (Rhinanthus
L. In de bouw en de vorm van deze halfparasiet (de
plant onttrekt voedsel uit graswortels) zag men aller
lei vogelvormen; zo ontstond onder meer de Schouwse
naam. De gekartelde bladeren van de Ratelaar zien
er uit als een Hanekam, hetgeen voor de Schouwena-
ren aanleiding is geweest de plant zo te gaan noemen.
Voor Leverkruid (Eupatorium cannabium L. ook wel
Koninginnekruid genoemd, vinden we in het werk van
Heukels de namen Jeneverkruid en Jeneverbloem. Wat
de plant kennelijk met jenever te doen had, heb ik niet
kunnen achterhalen. Ook deze plant vond toepassing in
de volksgeneeskunde, met name ter bestrijding van
leverziekten en geelzucht.
Als men op de jonge stengels van het Bitterzoet (Sola-
num dulcamara L. kauwt, verandert de aanvankelijk
bittere smaak in een zoete. De plant bevat namelijk
een bitter soort glycoalcaloi'de, wat onder invloed van
speeksel in suiker gesplitst wordt.
Heukels vermeldt de naam Walschot: een plant welke
langs wallen groeit en lange scheuten (schot) maakt.
Van dhr. Boot heb ik de namen Frankhout en Ellefrank,
de laatste naam speciaal voor Duiveland. De eigen
schap, dat de plant zich aan omringende planten optrekt,
dus rankt, vinden we terug in beide namen. Frankhout
slaat op de houtachtige delen die de plant bevat. De
naam Ellefrank heeft te maken met elf of alf, in de zin
van geest of spook, omdat de giftige plant met deze
alven in verband werd gebracht.
Blommetjes-van-zeven-kwartier is een oude, waar
schijnlijk ook niet meer onder de bevolking levende
benaming voor het Guichelheil (Anagallis arvensis L.
De korte tijdsduur, dat de bloempjes geopend zijn,
komt in deze naam tot uitdrukking. De roodkleurige,
muur-achtige bloempjes zijn aanleiding geweest de
plant met Rode muur te betitelen, een naam welke nog
steeds wordt gebruikt.
Van de Veldereprijs (Veronica arvensis L. vermelden
zowel Heukels als dhr. Boot de naam Vogeldarm. Men