f £f voGeLstano oeit^oe^ïeo vePBGt^ePD 67 De vogelstand op de Grevelingen heeft sinds de afslui ting aanzienlijke veranderingen ondergaan. Alle vogels die er voor de afsluiting voorkwamen, zijn er nu nog, maar er zijn verschuivingen in hun aantal len opgetreden. Dit blijkt uit een studie over de vogels op het Greve- lingenmeer, verricht tussen 1971 en 1975 door de af deling Milieu-onderzoek van de Deltadienst van Rijks water staat. Voor de afsluiting was voornamelijk het intergetijde slik voor de watervogels van belang, nu zijn dat de oevers grenzend aan de waterlijn en de ondiepe gebie den. In totaal zijn er sinds de afsluiting in 1971, hon derd drie en zestig vogels geteld, waarvan dertig in aanzienlijke aantallen. Teruggang steltlopers. Er komen weliswaar minder vogels, maar ze zijn veel groter en eten gemiddeld tweemaal zoveel als de vo gels die er vroeger verbleven. Het zijn nu voornamelijk planteneters, zoals: eenden, meerkoeten, rotganzen en knobbelzwanen, hun aantal is aanzienlijk toegenomen. Dat geldt tevens voor de visetende vogels, zoals: futen, aalscholvers, reigers en middelste zaagbekken. De grote teruggang komt voor rekening van de steltlo pers, voornamelijk scholeksters, die hebben zich ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1976 | | pagina 69