dB
hmiminnE-
PRGB -E-
5
Hoewel ik nagenoeg of geheel volwassen rupsen in aan
tal onder de ogen kreeg, kende ik de jongere stadia niet,
wat ik bepaald als een gemis ervoer. Om in dit vacuum
te voorzien zou ik de rupsen uit het ei moeten opkweken
en eieren van inheemse vlinders waren uiteraard niet
meer te verkrijgen. Daarom was ik gelukkig met een
aanbieding uit het buitenland, waarvan ik een dankbaar
gebruik maakte door er een paar dozijn van te bestellen.
Dit aantal leek mij nodig om een eventueel procentueel
groot verlies tijdens het opkweken op te vangen.
De voor zo'n grote vlinder relatief kleine eieren bracht
ik in een kweekglas onder, hen zoveel mogelijk versprei
dend over het servettenvloei waarmede de bodem was
belegd. Bij tijd en wijle kregen zij middels een planten
spuit een regenwaterdouche. Na een dag of tien versche
nen de eerste borelinkjes, spoedig gevolgd door de an
deren, in totaal vierentwintig stuks kleine zwarte dier
tjes, die zich al ras over het venkelloof verspreidden.
Het iedere dag ververste voer lieten zij zich zo goed
smaken, dat zij reeds spoedig aan vervelling toe waren,
welke hen vlot afging, ook met de daaropvolgende had
den zij geen moeite. De kennismaking met de jonge rup
sen was dus een feit geworden. Deze geleken in de ver
ste verte niet op de volwassen dieren. Hun grondkleur
is overwegend zwart met rode puntjes, aan de buikzijde
wat lichter. Kenmerkend is een witte vlek in het midden
van het lichaam, waarin enkele zwarte puntjes deze op
een gezicht doet gelijken, identiek aan de gele tekening
op de thorax van de doodshoofdvlinder, waaraan deze