de wming nan het
binnenduinlandsehap
\2
Tijdens het eerste milennium van onze jaartelling was het gebied van
Schouwen-Duiveland onbedijkt en aan de zeekant nog niet begrensd
door hoge duinen.
Inbraken van de post-romeinse transgressie hadden het veenlandschap
gedeeltelijk weggeslagen en gedeeltelijk veranderd in een schorren
landschap.
De verlande kreken waren vanaf ca. 7 00 bewoonbaar. De ontwikkeling
daar vatte ik eerder samen 1thans wil ik de ontwikkeling van het
duinlandschap bekijken.
Tussen de schorren en de zee moeten we ons een aantal tot duinri
chels verstoven vloedhaken voorstellen die bij de monding van de
Schelde naar binnen bogen, vergelijkbaar met bv. Goeree of Zuid-
Texel.
Deze oude duinbogen waren bebost, hoewel waarschijnlijk door toe
doen van de prehistorische mens er veel gerooid was en omgezet in
akkerland. Tussen 400 en 800 schijnen de beuken en eikenbossen
zich weer hersteld te hebben, omdat er aan de Nederlandse kust een
sterke ontvolking had plaatsgevonden 2).
In de 12e eeuw begint de vorming van de jonge duinen. Over dit pro
ces is de laatste jaren iets meer bekend geworden, hoewel er nog
geen eensluidende theorie over bestaat 3).
Gewezen wordt op twee zaken:
1. Een verandering in het patroon van getijdestromen
2. Ontbossing door een groeiende bevolking.
De stroom langs de kust zou na 1100/1200 sterker zijn geworden.
Deze kustdrift zou veroorzaakt zijn door sterkere Z. W. winden.
Een enorme erosie van het bestaande strandwallensysteem was het
gevolg en dit zand werd "opgeslagen" in de buitendelta's van de zee
gaten. Door golfwerking werd van hieruit het zand op het strand ge
worpen, vanwaar het kon opwaaien tot hoge duinen. De hernieuwde
ontbossing van het oude duinlandschap kan ook geleid hebben tot ver
stuivingen. Het eindresultaat was in ieder geval dat de kustlijn naar
achteren was verplaatst en dat op de oude duinen en plaatselijk zelfs
op de schorren er achter, jonge duinen opgestoven waren. Het ni
veau van de oude duinen (bosbodemprofiel) is zichtbaar beneden in
grote stuifketels. Scherven e. d. daar gevonden, maken een datering
mogelijk.
Hubregtse meende het begin van de over stuiving in de 9e eeuw te mo
gen plaatsen, omdat hij door Noormannen verwoeste nederzettingen
gevonden dacht te hebben. 4)
Het zeekleigebied achter de oude duinbogen was voor de overstuivin-
gen in de middeleeuwen begonnen, vermoedelijk reeds in cultuur ge
bracht. Het overkomende zand is steeds zoveel mogelijk onderge-
ploegd en heeft daar de kans niet gehad op te waaien tot duinen. Door
regenwater zijn de opgewaaide lagen telkens vrij snel ontkalkt.