f5 Alle schrijvers over haaiman gingen in feite uit van een oud duin landschap op Schouwen en hielden geen rekening met het onderstoven kleigebied dat het in werkelijkheid is. Als oplossing zou ik willen suggereren dat de bewoners van het be bouwde kleigebied in de tijd dat we voor het eerst horen van de over- stuivingen -rond 1Z00- hun land beschermden door het zand weg te halen en het op zandwallen te scheppen. Haaimannen zouden dan voor komen in door zand geplaagde kleistreken en dat kan ook gelden voor landinwaarts gelegen haaimannen. We kunnen daar denken aan zand vanuit een kreek afgezet. Door het overstoven zand zullen in ieder geval de landerijen in waarde achteruit zijn gegaan en zo zelfs vrij gesteld zijn van dijklasten. Het zijn m. i. eerder duinakkers dan duinweilanden geweest. Deze betekenis van haaiman is vrij goed bewaard gebleven op Goe- ree, waar "haemete" nog betekent "omheind dor duin" 10) Van communaal bezit blijkt nergens: de haaiman wordt steeds aan geduid als van Costijn, van Allard enz. Op den duur kan men zelfs de strijd hebben opgegeven en dat moet ook wel als men weet dat plaatselijk 2-5 m zand op de onderliggende klei is afgezet. Enige economische betekenis heeft het gebied wel behouden, de wind heeft niet helemaal vrij spel gehad en er zijn geen hoge duinen gevormd. Wel heeft het een natuurlijk karakter gekregen: een zwak golvend ontkalkl duinlandschap. De achteruitgang van de menselijke bewoning zien we bv. uit het ver loren gaan van Ons Lief Vrouwe op Zee dat nog bestond in de 16e eeuw, maar op de kaart van Visscher uit 1680 vermeld staat met "is nu oversant met bergen". In een "Memorie van de duynen van den Oosteren en Westeren Ban in Schouwen" lezen we over een verlies in 1550 van "tweehonderd een gemeten, die bestoven en bewayd waeren van den sande". 11) In de 17e eeuw is ook veel onder het zand geraakt en verlaten: de Hattinga-kaart uit 1752 geeft al minder dan Visscher. In oude stukken worden de haaimannen vaak in combinatie met de dui nen genoemd: "haymanne ende dunen" (op Voorne evenzo: "duin- en heveringsgronden"). (Zit in dit laatste woord ook niet heffen in de be tekenis van uitdelven/afzanden Het is in dit vrijwel verlaten landschap dat nieuwe ontginningen plaats zullen vinden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 17