1S. F. Kuipers, Een bijdrage tot de kennis van de bodem van Schouwen-Duiveland en Tholen naar de toestand vóór 1953. diss. I960. Zie ook: P. du Burch. De kartering van Wester schouwen, 1948. 2)R. W. Janzen, Inventarisatie, evaluatie en beheer van de Schurvelingen bij Ouddorp op Goeree. 1974 3)P. L. Tack 1936 pg. 67. L. F. Teixeira de Mattos. De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid- Holland. X* De Eilanden (vervolg) Afd. VII Het eiland Goedereede en Overflakkee 1941 4)B.H. Slicher van Bath. De agrarische geschiedenis van West-Europa (500 - 1850) I960 5) Zie B. Boers. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee 1943. 6Bijzonderheden wegens het Cultiveren van Duingronden, nabij het Dorp Oostvoorne etc. Magazijn van Vaderland- schen Landbouw III 1807. 7)M.A. Waterschoot, De Vlaamsche kustvlakte 1937. 8) Zie o. a. J. H. A. Boerboom en A. Coops. Vegetatie en landschap van de Bierlap (een vroeger bewoonde duin vallei bij Wassenaar) Jaarboek Die Haghe 1958. C. W.D. Vrijland. Geschiedenis van Bloemendaal en Aerdenhout 1975. H. C. de Roo. De bod emge steldheid van Noord-Kennemerland 1953. J. G. G. Jelles. Ge schiedenis van beheer en gebruik van het Noordhollands Duinreservaat. 1968. C. H. Edelman. Sociale en eco nomische bodemkunde 1949. 9) R. Blanchard. La Flandre; Etude géographique de la plainq Flamand en France, Belgique et Hollande 1906. 10)D.A. Brouwer. Ameland 1936 11Bodemkaart van Nederland 1:50.0000. Toelichting bij kaartblad 36 Goedereede en het Goereese deel van kaartblad 42 Oost Zierikzee 1967. L. J. I. M. Janssens. Landschapsecologisch onderzoek in het duingebied van Goeree 197 3.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 28