33 b: vermenigvuldigt zich gemakkelijk; c: groeit snel en herstelt zich vlug na menselijke ingrepen (hakken); d: twijgen en blad worden niet gegeten door vee, en door konijnen slechts in uiterste nood 6); e: is een uitstekende bodemverbeteraar (humus, stikstof); f: levert een goede en gemakkelijk te oogsten brandstof. ad a. Nog in de eerste helft dezer eeuw stonden bepaalde duin- en vroongronden soms geruime tijd onder water. Op deze gron den groeiende elzen ondervonden hiervan kennelijk geen hin der. ad b. De els produceert zeer veel zaad. Dit bevindt zich in de zgn. proppen. Vinkachtigen (vooral sijsjes) en mezen voeden zich graag met het zaad. Bij het uit de proppen losmaken van de lichte, platte nootjes door de vogels komt meestal een groot deel van het zaad op de grond terecht. Bij wat wind soms tot 40 meter van de moederboom vandaan. Als het ontkiemt, ont staan zo, soms massaal, de zgn. "drop-elzen" (drop afkom stig van: druipen). Ze vormen een gemakkelijk te verkrijgen plantmateriaal, dat nog heden ten dage wordt gezocht. Een andere manier waarop het zaad kan worden verspreid is via water. Dit zal vooral gebeuren bij bomen die in, aan of nabij water groeien. De zaden drijven op water en kunnen zo over grote afstanden door de stroom worden meegevoerd. (De mannelijke schooljeugd plukte de proppen wel om op te pruimen! In sommige delen van Zeeland worden ze daarom wel "tabakjes" of "pruumpjes" genoemd. Lekker zijn ze niet! Maar dat is echte tabak o. i. ook niet! Het leuke ervan was dat je, net als de tabakpruimende oude mannen op de hoek, je onmiddellijke omgeving af en toe kon vergasten op een bruin- gekleude speekselstraal ad c. Scheutgroei van een tot anderhalve meter per jaar is geen uitzondering. Elzen, die niet worden gekapt, kunnen vrij hoog worden. Ze krijgen dan een enigszins smal-piramidale, van boven wat afgeplatte vorm. Zulke exemplaren zijn vooral in het vroege voorjaar een sieraad voor de omgeving, als naast de nog aanwezige proppen de fraaie, gele, mannelijke katjes aan de boom hangen te bungelen (de els is een windbestuiver Wat de hoogte betreft: in de ommanteling van Boeije's bos zijn wel omgewaaide elzen kleingemaakt die een lengte van 18 meter hadden bereikt. Daarnaast heeft op een vlakbij gelegen duintop een "dwerg" jarenlang de elementen getrotseerd. Of schoon niet hoger dan I2 meter, gaf hij ieder jaar katjes en vruchten! In 197 5 gaf het boompje echter de geest! Op het regelmatig door de mens bij de grond weghakken van het gegroeide hout reageert de els (evenals trouwens andere loofhoutsoorten) door de vorming van een zgn. "tronk". Men zou deze kunnen omschrijven als het gemeenschappelijke on derstuk van een aantal stammen of scheuten. De elzentronk kan worden vergeleken met de "knot" van de knotwilg. Met dit verschil, dat de knot een paar meter boven de grond op

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 35