43 Aan deze lijst van macro-vlinders kunnen nog een drietal micro's worden toegevoegd, die ook met de els te maken hebben. Het zijn vlindertjes met een vlucht van 6 8 mm. Om hun fraaie tekening te kunnen zien, moet men ze met een vergrootglas bekijken. Hun rupsjes leven tussen de twee opperhuiden van het blad en maken op deze wijze vraatgangen (mijnen), waarvan de vorm kenmerkend is voor de soort. Door hun leefwijze worden deze rupsjes, met een aantal larven van vliegen, bladwespen en kevers "bladmineerders" genoemd. De drie micro-vlinders zijn: Lithocolletis rajella L. Lithocolletis kleemanella Fabricius. Lithocolletis stettinensis Nicelli. Als in elzenblad minerende vliegenlarve kan worden genoemd: Agromyza alnibetulae Hd. Als minerende bastaardrupsen van bladwespen: Elzemineerwesp Fenusa dohrnii Tschb. Elz e schijf mineer- wesp Heterarthrus vagans Fall. Tenslotte een minerende keverlarve: Elzespringkever Rhynchaenus alni scutellaris F. De genoemde elzebladmineerders werden genoteerd bij terloopse waarnemingen voor de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen in westelijk Schouwen in de jaren 197 0 - '76. Daarbij werden ook de volgende, niet-minerende insekten gevonden: Elzehaantje Agelastica alni L. (Dit is het donkerblauwe glanzende kevertje dat we soms in massa's op elzen aantreffen. Het vreet gaten in het blad. De later optreden de zwarte larven skeletteren het blad tot op de nerven. Eertijds waren ze door hun schadelijk optreden berucht als "de kleine zwar te rups").

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 45