76 slot: ntmmh hij rond. Telkens werd er iets bemachtigd en dan opvallend rustig doorgeslikt. Heel langzaam naderde de vogel een net. Zou hij er op lopen? Het werd een spannend kwar tier. Telkens een stukje vooruit, dan weer een stukje ach teruit, al voedselend. Angst voor het opgerolde net was niet merkbaar. Het was zuiver toeval, waar gefourageerd werd. Juist in die ogenblikken streken 4 fraters neer op het naastliggende net. We vonden de hop belangrijker en lieten ze dus weer ongehinderd vertrekken. Eindelijk ging het de goede kant op, eerst 1 dm, toen 2 dm en de buit was binnen. De eerste hop ooit op de vinkenbaan ge vangen. De vogel leek in goede conditie en vloog na het loslaten weg in oostelijke richting zo lang als we hem konden volgen. Enige overige waarnemingen: 15 kruisbekken, luid roepend, overvliegend op 26-7 wespendieven, 1 ex op 4-9, 3 ex op 5-9 en 1 ex op 19-9 1 koekoek nog op 19-9 zwarte roodstaarten zagen zo nu en dan, op 17-10 onge veer 1 0 ex De laatste zomervogel was een gierzwaluw op 6-11 Er was een waarneming, tevens vangst van een klapekster op 31-10 Wat de stootvogels betreft: sperwers zagen we vrijwel iedere vangdag. Minstens 4 ex op 23-10 en 10-11 buizerden in klein aantal in oktober. 1 bruine kiekendief op 25-9 1 blauwe kiekendief op 31-10, 13-11 en 20-11 1 velduil langsvliegend na zonsopgang op 31-10 Van de ruim 1900 gevangen vogels droegen twee vinken reeds een ring, niet door ons aangelegd. Deze staan ver meld onder de terugmeldingen van de vink. Naast enkele losse terugmeldingen van meerdere soorten ontvingen we van twee soorten nl. spreeuw en vink rela tief veel vondsten in één jaar, resp. 6 van de spreeuw en 4 van de vink. Gegroepeerd naar het seizoen laten ze mooi het algemene beeld zien. Spreeuw. Broedtijd. Dood gevonden in de zomer van '75, Mikkeli, Finland,

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 78