99 zeebonen, Molukkenbonen, zeenieren en heksennieren genoemd. De vondsten van november 1976 zouden dus ook ons via de Golfstroom bereikt kunnen hebben. Maar zoals dr. Leenhouts in bovenvermelde aflevering van Gorteria opmerkt, bestaan hiertegen op zijn minst toch wel eni ge bedenkingen. Ten ëerste waren vondsten van dit Golfstroommateriaal een hoge uitzondering en betrof het steeds de vondst van een enkel exemplaar. Ten tweede zouden wij bij het aanspoelen van een dergelijk groot aantal zaden van Entada, zoals nu in november 1976 in Zuis-West Nederland gekonstateerd werd, ook mo gen verwachten, dat ook andere verwante soorten gevon den zouden zijn. Het lijkt dan ook aannemelijker dat deze zaden van Entada al dan niet opzettelijk van een schip voor de Wester schelde of Europoort over boord geraakt zijn en daarna massaal aangespoeld. Bovendien is het niet uitgesloten, dat deze zaden, hoewel mogelijk slechts in kleine hoeveelheden, voor industrie- ële verwerking aangevoerd worden. De zaden bevatten namelijk naast olie, ook alkaloi'den en saponinen en daarbij zou ondermeer een stof zijn, welke een bloeddrukverlagende werking heeft. Misschien kunnen medici en pharmaci onder onze leden en onder onze lezers hierover opheldering geven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 90